Terugblik op de maanden april 2021 en april 2022: koude en sneeuw wanneer men het niet meer verwacht
- Gegevens
- Gepubliceerd: dinsdag, 08 april 2025 09:06
- Geschreven door: Robert Vilmos
Voorwoord
In het kader van onze rubriek 'Klimaat van gisteren en vandaag' blikken we terug op en maken we gedetailleerde analyses van recente en opmerkelijke weerkundige episodes van de voorbije jaren. We trachten de oorzaken en de gevolgen van deze bijzondere periodes in detail toe te lichten. Hieronder analyseren we de winterse koudeperiodes die we meemaakten in de maanden april 2021 en april 2022
Inleiding
Terwijl de klimaatverstoring zich steeds duidelijker manifesteert in onze streken, kregen we in 2021 en 2022 toch enkele mooie 'koude, winterse' verrassingen, dan nog in een periode van het jaar dat we het minder zouden verwachten.
In 2008 en 2013 kregen we overvloedige en laattijdige sneeuwval aan het einde van de maand maart met een sneeuwdek van betekenis.
2021 en 2022 deden nog beter met een gesloten sneeuwdek in Ukkel in april. Sinds het begin van de metingen van de dikte van de sneeuwlaag in Ukkel (in 1889) is het nooit eerder voorgekomen dat we 2 opeenvolgende aprilmaanden hadden met sneeuw op de bodem in Ukkel.
Op 6 april 2021 werd 7 cm sneeuw gemeten om 8 uur 's morgens in Ukkel, de tweede dikste sneeuwlaag in april na het sneeuwdek van 10 cm op 12 april 1913. Om 9h40 op 6 april 2021 bereikte men in Ukkel het maximum van die dag met 9 cm.
Bron: KMI
De volgende dag, op 7 april, werd opnieuw 4 cm sneeuw gemeten. We moesten al terugkeren naar 1935 om 2 opeenvolgende dagen terug te vinden met sneeuw op de bodem in Ukkel in de maand april.
Op 1 april 2022 lag er 's morgens om 8 uur 3 cm sneeuw op het KMI. Het sneeuwdek dikte nog wat aan in de voormiddag. De dag nadien werd 11 cm sneeuw gemeten in Mont-Rigi (Waimes) en was er zelfs sprake van 18 cm op Weisser Stein (aan de Belgisch-Duitse grens). Op 3 april is het vooral de koude die de aandacht trekt met temperaturen tot -5 °C in Laag- en Midden-België en -7 °C tot -9 °C op de Hoogten van het oosten van het land. In sommige valleien vroor het streng (-13,3 °C in Murringen). Laten we deze 2 periodes van laattijdige koude van naderbij bekijken.
Episode van 2021
De dagen die voorafgaan
Deze winterse periode kwam echt onverwacht. 30 en 31 maart waren immers uitzonderlijk warme dagen voor de tijd van het jaar. Het was helder tot licht bewolkt met hooguit wat cirrus. Op 30 maart noteerde men 23,9 °C in Ukkel, 24 °C in Dourbes en zelfs 25,2 °C in Luik-Angleur. Op 31 maart steeg de temperatuur in Ukkel nogmaals tot 23,9 °C terwijl het op andere plaatsen zo mogelijk nog warmer werd dan de dag voordien, met 26,8 °C in Koersel, 25,4 °C in Dourbes en 25,1 °C in Kruishoutem. Voor de meeste stations werden maartrecords verbroken, zelfs verpulverd.
1 april was nog een mooie en zeer zachte dag met temperaturen tussen 19 °C en 22 °C. Ten westen van Kortrijk en Gent was het al behoorlijk fris met temperaturen die met moeite boven 10 °C uitkwamen.
Van 2 tot 4 april en ook nog op 5 april aan het begin van de dag lagen de temperaturen vrij dicht bij het langjarig gemiddelde.
In de loop van de 5e kregen we een flinke temperatuurval waarbij de regenbuien overgingen in sneeuw, ook in Vlaanderen. In Brussel werd het aan het einde van de namiddag stilaan wit.
Eerste besneeuwing in de avond van 5 april 2021 in Brussel (Neder-Over-Heembeek).
Foto: Philippe Mievis
6 april 2021 In vele regio's kunnen we spreken van een zeer bijzondere dag. Zoals reeds vermeld bereikte de sneeuwlaag 7 cm in Ukkel om 8 uur. Ook elders in het land werden opmerkelijke sneeuwdiktes voor de tijd van het jaar gemeten. In Bièrset bereikte de sneeuwlaag 4 cm om 8 uur, zelfs 6 cm om 11 uur. Niet ver daarvandaan, in Alleur, zou er volgens getuigen 15 à 20 cm sneeuw gelegen hebben! Ook in Borgworm toont de webcam ons een behoorlijk dikke sneeuwlaag.
Samengevat mogen we zeggen dat het grootste deel van het land 's morgens bedekt is met een laag sneeuw wat zeldzaam is in de maand april.
Sneeuw op de bodem in een groot deel van het land op 6 april 2021, zoals hier in Bois-de-Villers.
Foto : Koen Vandenbussche.
Het noorden en het westen van het land ontsnappen grotendeels aan de sneeuw omwille van de te hoge temperaturen. Dit is ook het geval voor het zuidwesten van het land omwille van het 'schaduweffect' van de Britse Eilanden waardoor in die streken minder voorjaarsbuien vallen. Zo ligt er bijvoorbeeld geen sneeuw in Oudenaarde en in Ellignies-Sainte-Anne (nabij Leuze-en-Hainaut), slechts een weinig sneeuw in Dourbes en... met moeite een dun laagje in Saint-Hubert.
We bevonden ons in arctische lucht die circuleerde tussen een diepe depressie over Skandinavië en een hogedrukgebied dat goed verankerd zat over het noorden van de Oceaan. De luchtmassa was zeer koud (gewone waarnemingshoogte) maar extreem koud in de hoogte. Op het 500 hPa niveau (5.280 meter) bereikte de temperatuur –41°C, wat het aprilrecord verpulverde (–37°C op 08/04/1977); het absoluut record op dat niveau werd zelfs bijna verbroken (–42°C op 31/01/2003 ; –41°C op 02/02/1956 en 01/03/2006). Wanneer we dit terugbrengen naar de standaardhoogte van 5.500 meter (de hoogte van de geopotentiaal 500 hPa is immers variabel), noteren we een temperatuur van –44°C op 6 april 2021 (wat een werkelijke waarde is : –44°C op 5.498 meter) en dan komen we ex-aequo uit met 31 januari 2003 (werkelijke waarde : –44°C op 5.476 meter).
Onnodig te zeggen dat met dergelijke temperaturen in de hoogte de onstabiliteit aanwezig bleef, zowel 's nachts als overdag. We kregen dan ook een opeenvolging van sneeuwbuien, soms intens, afgewisseld met opklaringen in een zeer heldere lucht. De cumuliforme bewolking was vaak van heel ver te bewonderen, en er waren weinig stratocumuli die zich uitspreidden.
Luchthaven van Zaventem
Foto : Michael Baillie
Zoals reeds aangehaald bereikten de meeste cumuli in het zuidwesten van het land niet het stadium humilis / mediocris door het schaduweffect van de Britse Eilanden, slechts enkele ontwikkelden tot cumulonimbus met buien als gevolg. De temperaturen konden tijdelijk wat oplopen tijdens opklaringen met maxima vaak tussen 4 °C en 6 °C (tot 7 °C in het zuidwesten van het land) en tot 2 °C in Hoog-België. Tijdens buien daalden de temperaturen meteen, soms zelfs onder het vriespunt, ook in de namiddag en in de lage streken. In de Hoge Venen bleven de temperaturen heel de dag negatief met een maximum van -1,9 °C in Mont-Rigi en -0,7 °C in Elsenborn. In Saint-Hubert waar ze konden profiteren van het schaduweffect van de Britse Eilanden haalde het maximum nog +2 °C.
In de loop van de avond kwam het tot algemene vorst, behalve in de streken ten westen van Gent en Kortrijk.
7 april 2021
In de ochtend van 7 april kreeg een nog groter deel van het land te maken met een sneeuwdek. Enkel het westen en gedeeltelijk het noorden van het land bleef hiervan gespaard. Vanaf Mechelen, Gent en Kortrijk, kleurde het landschap wit. In Laag- en Midden-België viel de meeste sneeuw vooral in het noordoosten, met bijvoorbeeld 6 cm sneeuw in Koersel. In het noordoosten bleef de sneeuw heel de voormiddag liggen en smolt slechts in de loop van de namiddag. In het centrum van het land werd in Ukkel 4 cm gemeten, hier verdween al rond de middag. In Hoog-België waren er grote verschillen: op het Ardens plateau lag er weinig sneeuw terwijl de Hoge Venen een sneeuwlaag van betekenis kreeg. In Xhoffraix (515 meter) lag tot 27 cm sneeuw, aan Signal de Botrange (694 meter) zo'n 24 cm.
24 cm sneeuw in de Hoge Venen, zoals aan de Botrange.
Foto : Alexis Papapanayotou
De sneeuwdikte van 24 cm op de Botrange is opmerkelijk, het sneeuwdek van 27 cm gemeten in Xhoffraix is echter uitzonderlijk op die hoogte (515 meter). Enkel in 1935 werd een dikkere sneeuwlaag gemeten op 7 april in Drossart (511 meter) met 35 cm.
Wanneer we naar de officiële stations kijken, noteren we 13 cm in Mont-Rigi (670 meter) om 8 uur, maar dit sneeuwdek nam toe in de loop van de voormiddag om 22 cm te bereiken (iets minder dan op de Botrange).
Luchtgesteldheid : in de arctische lucht deed een kleine storing hoofdzakelijk het noorden en oosten van het land aan, maar de sneeuwzone reikte toch tot aan het centrum van het land, zelfs wat ten westen van het centrale deel van ons land.
Bron : KNMI
De bewolking van deze storing bleef nog een tijd hangen zodat het weerbeeld grijzer oogde dan de dag voordien: altostratus, waaronder zich stratus vormde, fractus en stratocumulus. In de namiddag verdween de altostratus en zagen we voornamelijk nog cumulus en stratoscumulus met enkele opklaringen. Over het westen van het land zagen we minder altostratus en kregen we de breedste opklaringen.
Een flinke temperatuurstijging in de hoogte veroorzaakte een inversie op 2.500 - 3.000 meter. die convectie verhinderde achter de storing.
Ook aan de grond gingen de temperaturen in stijgende lijn, hoewel niet erg uitgesproken. In de namiddag bereikten de maxima 6 °C tot 8 °C (2 °C op het Ardens plateau). In de Hoge Venen bleef het nog de hele dag vriezen met een maximum van -1,3 °C in Mont-Rigi. dre.
De dagen die volgen
Vanaf 8 april beperkte de sneeuwval zich tot Hoog-België, het landschap is daar 's ochtends nog compleet winters. De dooi trad ook daar in vanaf de middag. De bodem in Mont-Rigi bleef nog volledig bedekt met sneeuw tot 9 april en nog gedeeltelijk tot de 10e 's avonds. Op de 11e waren er nog slechts sneeuwsporen aanwezig in de ochtendperiode alvorens het in de loop van de voormiddag opnieuw sneeuwde met opnieuw een gesloten sneeuwdek als gevolg. Deze sneeuw bleef liggen tot op de 13e rond de middag, nadien kwam er geleidelijk dooi die zich ook op de 14e doorzette.
8 april in de Hoge Venen
Foto : Alexis Papapanayotou
Episode van 2022
Ook april 2022 ging winters van start met 's morgens 3 cm sneeuw in Ukkel, de sneeuwlaag bereikte 4-5 cm in de voormiddag. Net als het jaar voordien was ook deze keer de maand maart bijzonder voorjaarsachtig, ook al waren de temperaturen minder extreem hoog dan in 2021. De hoge zonneschijnduur en de droogte (227h14min zon, 63% relatieve luchtvochtigheid en 2,2 mm neerslag) bezorgden ons een zeer aangename maand maart zodat de winter snel vergeten was. Vanaf 29 maart kwam er een weersverandering met meer bewolking en een langzame daling van de temperaturen. Op 31 maart werd het winters in de Hoge Venen met de ganse dag een sneeuwdek (2,5 cm). Elders keerde de winter terug op 1 april.
1 april 2022 Vanaf de avond van de 31e maart ging de neerslag aan de kust over van regen in sneeuw met bovendien een sterke wind en met temperaturen rond het vriespunt. In de loop van de nacht stegen de temperaturen aan zee zodat de neerslag opnieuw overging in regen. In Antwerpen echter ging de neerslag over in sneeuw in de vroege ochtend met als resultaat vrijwel meteen 1 cm sneeuw. In Ukkel bereikte de sneeuwdikte 3 cm om 8 uur om verder op te lopen tot 4-5 cm in de voormiddag. Op de luchthaven van Zaventem werd 2 cm sneeuw gemeten. In alle Brusselse gemeenten lag het 's ochtends wit en in de hoogste delen van de stad bleef een gesloten sneeuwdek intact tot op het einde van de dag.
Bron: KMI
Een groot deel van Laag- en Midden-België ontwaakte met sneeuw op deze 1e april. Om 9 uur 's morgens werd een gesloten sneeuwdek gemeten in onder andere Moeskroen, Roeselare, Gent, Wetteren, Ninove, Waterloo, Eigenbrakel en Nijvel. De officiële metingen (8 uur): 3 cm in Passendale, 1 cm in Antwerpen en 1 cm in Koersel. In de omgeving van Namen is het iets langer wachten, daar ontstaat het sneeuwdek iets later in de ochtendperiode. Cerfontaine kreeg slechts een dun en tijdelijk sneeuwdek rond de middag terwijl de hoogten rond Luik weinig of geen sneeuw te zien kregen. Ook op het Ardens plateau viel weinig sneeuw: in Saint-Hubert werden enkel sneeuwresten waargenomen. In Ciney is slechts sprake van wat vlokken.
In de Hoge Venen bleef de sneeuw die de avond voodien gevallen was, intact. De zwaar bewolkte tot betrokken lucht - nimbostratus gevolgd door stratocumulus, soms ook nog cumulus onder een deken van cirrostratus/altostratus - zorgde ervoor dat de temperaturen zeer laag bleven voor begin april. In Ukkel haalde het maximum 2,4 °C, we moeten al terugkeren naar 1966 om een lagere waarde terug te vinden. In dat jaar bereikte het maximum amper 1 °C op 14 april.
Webcam MeteoBelgique van Eigenbrakel om 14 uur
In Bièrset bleef het maximum beperkt tot 0,8°C, net onder het maximum van 0,9°C gemeten op 11 april 1986. In Florennes (279 meter) bleef het lichtjes vriezen met een maximum van -0,2°C. Ook in de Hoge Venen bleef het vriezen met een maximum van –2,0°C (record:–4,0°C op 11 april 1986). In Laag- en Midden-België verwijzen we nog naar de opmerkelijk lage maxima van 2,2°C in Genk en 2,4°C in Kleine Brogel.
In de kuststreek was het minder grijs, met nimbostratus die snel plaatsmaakt voor altostratusvelden en cumulus en altostratus, er volgden ook mooie opklaringen, temidden van min of meer ontwikkelde cumuli. Aan de kust werd het zo'n 6 °C, in Beitem en Passendale (met volledige afsmelting van het sneeuwdek) zo'n 5 °C.
2 april 2022: we worden nu onderworpen aan noordnoordoostelijke luchtstromingen met aanvoer van koude en licht onstabiele lucht van arctische oorsprong. Aanvankelijk zijn er nog cirrostratus- en altostratusvelden (behalve in het westen), nadien komen er opklaringen met cumuli en kleine cumulonimbi met wat sneeuwvlokken en vaak ook virga. We merken ook een neiging tot horizontale uitspreiding op met stilaan minder opklaringen. Over het oosten van het land is het eerst betrokken met sneeuwval. Verschillende streken die de dag voordien (grotendeels) gespaard bleven van sneeuw, werden deze keer wit. Dit is het geval in Beaussaint, in Saint-Hubert maar ook in Liers (dicht bij Luik). In de Hoge Venen bereikt de sneeuwlaag 11 cm in Mont-Rigi. In Soiron (de hoogtes van Pépinster-Verviers), werd 7 cm op 260 meter hoogte gemeten.
Op de Weisser Stein (Belgisch-Duitse grens), was sprake van 18 cm sneeuw.
Sourbrodt in de Oostkantons, om 14 uur.
In de Ardennen blijft het pover gesteld met de sneeuw, ook al is de situatie beter dan de dag voordien. In Beausaint (376 meter) bijvoorbeeld begint het dun sneeuwdekje te smelten rond de middag en verdwijnt in het begin van de namiddag. In Laag- en Midden-België liggen er nog sneeuwresten zoals in Ukkel, Borgworm, Liers of Genk. De maximale temperaturen zijn minder laag dan de dag voordien dankzij de opklaringen op meerdere plaatsen, toch blijven ze onder het langjarig gemiddelde met 5 °C tot 7 °C in Laag- en Midden-België en tussen 0 °C en -2 °C in Hoog-België (in Mont-Rigi bereikte het maximum -1,6 °C, in Saint-Hubert -0,4 °C). De permanente vorstgrens lag vandaag op ongeveer 500 meter. 's Avonds en 's nachts klaart het volledig uit en gingen de temperaturen flink onderuit. .
3 april 2022
Het is koud ! In de vroege ochtend liggen de temperaturen op sommige plaatsen onder -5 °C, zelfs in Laag-België. Dit is onder andere het geval in Retie (–5,3°C) en in Kleine Brogel (–5,2°C). Ook Genk haalde met -4,6 °C bijna matige vorst. In Ukkel daalde de temperatuur tot –2,9°C, zeer laag voor begin april maar nog ver verwijderd van het absoluut record (–4,7°C op 12 april 1986). In Hoog-België vinden we de laagste temperaturen terug in de besneeuwde zones. In Mont-Rigi was het minimum –7,2°C, in Elsenborn –7,9°C. Neu-Hattlich (op zo'n 3 km van de Belgisch-Dutise grens) is het koudste station uit het KMI netwerk met -9,3 °C. In Murringen (iets ten oosten van Bullingen), meet de BMCB –13,3°C.
Bron: KMI
Deze temperaturen zijn opmerkelijk maar niet uitzonderlijk. Op 12 april 1986 was het nog kouder met –13,8°C in Neu Hattlich (dus 4,5 °C kouder dan in 2022), men noteerde toen ook –12,4°C in Hockai en –12,1°C in het natuurcentrum van Botrange. In dat jaar was er voornamelijk sneeuw aan zee, met 7 cm in Middelkerke op de middag (maar slechts 1 cm om 8 uur 's morgens).
Het weer: op 3 april 2022 was het eerst helder tot licht bewolkt, nadien vormden zich cumuli die de neiging hadden om horizontaal uit te spreiden waardoor er uiteindelijk meer bewolking was. Hier en daar vielen wat regendruppels, soms ging het ook om virga. De maximumtemperaturen zetten hun langzame stijging verder met 7 °C à 8 °C (lokaal 9 °C of 0 °C) in Laag- en Midden-België, en 2 °C à 3 °C in Hoog-België.
Deze positieve temperaturen in combinatie met vrij veel zon doen het sneeuwdek praktsch overal afsmelten. In Sourbrodt blijft het sneeuwdek intact tot rond de middag, nadien dooit het snel in de loop van de namiddag. zodat er slechts sneeuwresten overblijven 's avonds. In Mont-Rigi, op de hoogste delen dus, biedt het sneeuwdek meer weerstand maar ook daar wordt de sneeuwlaag aangetast.
Ondanks een volgende koude nacht, komt de winterse periode langzamerhand ten einde, en op 4 april in de loop van de dag is het sneeuwdek niet meer gesloten in Mont Rigi. Na enkele vlokken in de namiddag smelt het sneeuwdek verder weq met de komst van regen en zachtere lucht.
De dagen die volgen
Na de zeer winterse start van de maand, kwam ons weer nadien onder invloed van de Atlantische Oceaan met neerslag en temperaturen in de buurt van het langjarig gemiddelde. Op 7 april zorgde de verplaatsing van een depressie van Schotland naar het zuiden van Skandinavië bij ons voor een sterk windveld met rukwinden tot 80 à 90 km/h in een groot deel van het land. Op 8 april neemt een volgende depressie een meer zuidelijke koers met sterke wind over Frankrijk (rukwinden tot 100 km/h over Centraal-Frankrijk, zwaardere windstoten nog in het zuiden). We merken ook sterke temperatuurcontrasten ten zuiden van Parijs. In Orléans bereikt de temperatuur 15 °C om 14 uur met een stevige zuidwestenwind terwijl het om 20 uur 's avonds afgekoeld is tot 5 °C, met nog steeds een felle wind maar uit het noorden. Een uur later was de temperatuur verder gedaald tot zo'n 3 °C. In Troyes daalde de temperatuur van 16°C om 15 uur tot 2°C om 22 uur, met sneeuw en regen gemengd. Bij ons krijgen vooral de Hoge Venen en de Ardennen te maken met koude en sneeuw. In Mont-Rigi bereikte de temperatuur niet meer dan 1,7 °C op de middag, met neerslag onder de vorm van sneeuw. Na de middag bleef de temperatuur daar dicht tegen 0 °C. Reeds 's morgens lag er sneeuw op de bodem, na een licht neiging tot wat dooi groeide het sneeuwdek aan in de namiddag om tegen de avond een tiental centimeter te bereiken.
Foto : Alexis Papapanayotou
In de lagere streken sneeuwde het amper of in het geheel niet. In de regio 'Tussen Samber en Maas' vielen enkele vlokken met een temperatuur die tijdelijk daalde tot net boven het vriespunt (0,7 °C in Florennes om 16 uur).
Conclusie
De 2 laattijdige winterse periodes die we besproken hebben, zijn opmerkelijk. Ook het feit dat deze zich voorgedaan hebben in 2 opeenvolgende jaren is bijzonder.
Dit lijkt verwonderlijk in tijden van klimaatopwarming maar toch is er een verklaring. De huidige evolutie van ons klimaat uit zich enerzijds door een opmerkelijke temperatuurstijging en anderzijds door een toename van extremen. Voor wat de hittefenomenen betreft, merken we dat de tendens dezelfde richting uitgaat wat maakt dat hitterecords niet alleen gebroken worden maar zelfs verpulverd. De extreem hoge temperaturen gemeten op 25 juli 2019 (Ukkel: 39,7 °C), op 15 september 2020 (Ukkel: 34,3 °C) en 29 oktober 2022 (Ukkel: 25,5 °C) zijn hier voorbeelden van.
Voor de koudeextremen zijn de tendensen tegengesteld: de globale opwarming leidt tot minder intense koude maar de wijzigingen in de algmene luchtcirculatie accentueren de extremen. Over het algemeen mogen we stellen dat koude periodes zeldzamer worden maar wanneer zij zich voordoen, worden soms records geëvenaard of zelfs gebroken. De klimaatopwarming zorgt er niet voor dat korte koude-extremen uitgesloten zijn. Het herhaaldelijk voorkomen van geblokkeerde weersituaties speelt hier zeker een rol in: blokkerende hogedrukgebieden of weinig mobiele koudeputten (soms intens) die ons 'koude verrassingen' opleveren ook met sneeuwval van betekenis, zelfs buiten het klassiek winterseizoen...
Bronnen
KMI : Temperatuur- en neerslaggegevens enz.
KNMI : Weerkaarten
Infoclimat : Temperatuur- en neerslaggegevens enz.
Kachelmann Wetter : Temperatuur- en neerslaggegevens enz.
University of Wyoming : Atmosferische peilingen