Analyse van het jaar 2019
Het jaar 2019 was in Ukkel warm, zonnig en relatief droog.
We onthouden van het voorbije jaar vooral de 3 hittegolven die we meemaakten (één in elke zomermaand), tijdens de hittegolf van eind juli werden recordtemperaturen gemeten met maxima die voor het eerst in de Belgische weergeschiedenis tot boven 40 °C stegen !
2019 | Normalen 1981-2010 |
Record + | Record - | |
Temperatuur |
11,5 | 10,5 | 11,9 (2018) |
7,0 (1879) |
Zonneschijn |
1.757,5 | 1.544,6 | 2.151,0 (1959) |
1.238,6 (1981) |
Neerslag |
798,6 |
852,4 (199 d) |
1.088,5 (2001) 266 d (1974) |
406,4 |
Chart will load here
|
Chart will load here
|
Chart will load here
|
Ziehier ook de andere parameters van 2019
Notes :
Ter info: de vermelde waarden zijn de waarden van het weerstation te Ukkel (KMI)
Belangrijk nota betreffende de normaalwaarden : Sinds januari 2010 maken we gebruik van de gemiddelden over de periode 1981-2010 - we beschouwen deze als de 'normaalwaarden' - en op die manier houden we rekening met de globale opwarming die zich ook in ons land manifesteert.
1. De luchttemperaturen
2019 was een uitzonderlijk warm jaar : de gemiddelde temperatuur te Ukkel bedroeg 11,5 °C (ref. periode 1981-2010: 10,5 °C). Hiermee werd 2019 het vierde warmste jaar sinds het begin van de temperatuurwaarnemingen in Brussel-Ukkel in 1833. De warmste jaren zijn 2014 en 2018 met een gemiddelde temperatuur van 11,9 °C, gevolgd door het jaar 2011 met een gemiddelde temperatuur van 11,6 °C.
Het gemiddeld maximum en minimum was het voorbije jaar respectievelijk 15,5 °C en 7,8 °C. (ref. periode 1981-2010: 14,2 °C en 6,9 °C).
UIt tabel 1 blijkt dat er het voorbije jaar weinig koude kalendermaanden waren. Enkel mei was duidelijk koel, de maanden januari, september en november waren thermisch normaal. De andere maanden waren warmer dan gemiddeld, de grootste afwijking deed zich voor in februari. Die maand was de 5e warmste in de reeks van warme februarimaanden sinds het begin van de temperatuurmetingen in 1833.
Het begin van het jaar verliep thermisch erg normaal: in de eerste helft van de maand januari lagen de temperaturen dicht bij het langjarig gemiddelde, de tweede helft van de maand verliep meer winters met een aantal koude nachten. Tussen 19 en 22 januari beleefden we de koudste nachten van het jaar met lichte tot matige vorst in Laag- en Midden-België, in Ukkel bereikte het minimum -6,1 °C op 21 januari, in de Hoge Venen / Oostkantons vroor het lokaal streng tot zeer streng in de nacht van 19 op 20 en 20 op 21 januari (Min < -15 °C), het minimum van de 20e en 21e was in Elsenborn respectievelijk -15,6 °C en -15,9 °C. Ook tussen de 22e en 25e bleef het koud met maxima rond het vriespunt.
Begin februari was het nog even winters, nadien werd het zachter, in de tweede helft van de maand was het verschillende dagen voorjaarsachtig waarbij de maxima op meerdere data boven 15 °C klommen: van de 14e t/m de 18e steeg de temperatuur in Ukkel iedere dag tot boven 15 °C (5 opeenvolgende dagen !), op de 15e werd het 18,1 °C. Na een (relatief) iets koeler intermezzo tussen de 19e en de 22e gingen de temperaturen vanaf de 23e opnieuw in stijgende lijn. Op 26 en 27 februari bereikten de temperaturen recordhoge waarden : op de 26e was het maximum in Ukkel 20,2 °C, de eerste keer dat hier meer dan 20 °C werd gehaald in een februarimaand (het vorig record van vroegste datum met > 20 °C in Ukkel was 9 maart, in het jaar 2014). Op de 27e werden op verschillende andere plaatsen in het land records verbroken. In Angleur (Luik) werd op die dag 22,4 °C gemeten en in Houyet zelfs 22,8 °C (dit is een nieuw landelijk record voor een februarimaand, het vorige werd in Angleur geregistreerd met 21,1 °C op 24 februari 1990). In Hastière werd het op 27 februari 22,1 °C, in Dourbes 22 °C, in Aubange 21,6 °C en in Koersel 20,8 °C. Ook in Hoog-België was het bijzonder zacht met maxima van 19,5 °C in Spa, 18,6 °C in Saint-Hubert en zelfs 20,3 °C in Bièvre. We vermelden ook nog de grote temperatuuramplitude’s (verschil tussen minimum- en maximumtemperatuur) voor 27 februari: zo was het minimum in Diepenbeek -0,7 °C terwijl het er overdag 20,2 °C werd, in Elsenborn was het minimum en het maximum respectievelijk -2,6 °C en 18,7 °C.
De hoge temperaturen van eind februari kunnen onder andere verklaard worden door de zuidelijke luchtstromingen, de samendrukking van de lucht doordat een anticycloon meerdere dagen over onze streken lag en de zeer droge lucht. De lente-temperaturen van de tweede helft van februari hebben er toe geleid dat februari zeer warm is verlopen (zie ook tabel 1), de gemiddelde maximumtemperatuur was met 11,5 °C de tweede hoogste sinds het begin van de waarnemingen (11,6 °C in 1990). Over de bijzonder warme periode 15-27 februari was het gemiddeld maximum zelfs 15,5 °C !
De lente verliep thermisch normaal: de gemiddelde temperatuur bedroeg in Ukkel 10,5 °C (ref. periode 1981-2010: 10,1 °C). De zachte maanden maart en april werden gevolgd door een koele maand mei.
In maart was het een groot deel van de maand betrekkelijk zacht, het was voorjaarsachtig op de 21e en 22e en op de 29e en 30e. Op de 21e haalden de maxima 15 °C tot 18 °C in het centrum en oosten van het land, op de 22e werd het nog iets warmer, althans in het centrum en oosten, met maxima in het oosten tussen 20 °C en 22 °C, in Ukkel werd het 18,8 °C, het absoluut maximum van de maand maart (deze waarde ligt onder het absoluut maximum van februari toen we 20,2 °C bereikten). Ook aan het einde van de maand stegen de temperaturen tot lente-waarden met op de 30e op veel plaatsen 18 °C tot 20 °C. Het kon nog behoorlijk goed afkoelen in de nacht van de 18e op de 19e met vrijwel algemene nachtvorst, tot -6,5 °C in Elsenborn.
Ook april was globaal een zachte maand maar met een afwisseling van koele en warme tijdvakken (overigens heel typisch voor het voorjaar). Nadat het op de 7e behoorlijk warm was met maxima tussen 18 °C en 21 °C in het binnenland, was het op de 13e en 14e vrij koud met maximumtemperaturen op de 13e tussen 7 °C en 9 °C in Laag- en Midden-België en 2 °C tot 4 °C in Hoog-België. De nachten waren fris met nachtvorst op verschillende plaatsen: op de 14e was het minimum in Ukkel -0,5 °C (absoluut minimum van de lente op deze plaats), in Saint-Hubert -4,9 °C en in Aubange -5,2 °C. Nog geen week later werd het van de 18e t/m de 22e april behoorlijk warm met maxima die geleidelijk aan stegen tot rond 25 °C of net iets meer. In Ukkel werd het op de 22e 25,2 °C en in Koersel lukte het om gedurende 4 opeenvolgende dagen de zomerse grens van 25 °C te overtreffen. Voor Ukkel was 22 april de warmste dag van de lente
Begin mei werd het enkele dagen behoorlijk koel tussen de 3e en de 6e: op de 4e werd het lokaal nog 10 °C à 11 °C in Laag- en Midden-België, maar in Ukkel lukte dit net niet met een maximum van 9,7 °C, in Hoog-België werd het 4 °C tot 6 °C. 's Nachts kwam het lokaal tot lichte vorst: op de 4e was het minimum in Mont Rigi -1,5 °C, op de 5e daalde de temperatuur tot -2,1 °C in Buzenol en -1,2 °C in Mont Rigi, Saint-Hubert, Bièvre en Genk, in Ukkel was het minimum 1,9 °C.
Vanaf de 7e werd het weliswaar wat minder fris maar echt warm werd het niet in mei, de hoogste temperaturen deden zich voor op de 23e en 24e met 22 °C tot 24 °C op verschillende plaatsen, op de 24e werd het 25,4 °C in Korbeek-Lo, in Ukkel werd het op die dag 22,2 °C, de hoogste temperatuur in mei op deze plaats. Voor Ukkel is de waarde van het absoluut maximum voor deze meimaand opmerkelijk laag, hoewel de hoogste temperatuur in mei 1984 slechts 19,7 °C was.
De zomer was uitzonderlijk warm met een gemiddelde temperatuur van 19,1 °C (ref. periode 1981-2010: 17,5 °C). Het was de 4e warmste zomer sinds het begin van de metingen in 1833: de warmste zomer is deze van 2018 met een gemiddelde temperatuur van 19,8 °C, de tweede en derde plaats worden ingenomen door de zomers van 2003 en 1976 met een gemiddelde van respectievelijk 19,5 °C en 19,2 °C.
Ook de afzonderlijke zomermaanden verliepen warmer dan gemiddeld : de gemiddelde temperatuur van de maanden juni, juli en augustus was respectievelijk 18,5 °C; 19,5 °C en 19,2 °C (ref. periode 1981-2010: respectievelijk 16,2 °C; 18,4 °C en 18 °C).
Er waren 3 bijzonder warme periodes: eind juni, eind juli en eind augustus. Dit merken we ook op wanneer we de gemiddelde temperaturen per decade bekijken voor iedere zomermaand: terwijl de temperaturen in de eerste 20 dagen van de maand telkens dicht bij het langjarig gemiddelde lagen, kwamen ze in de derde decade flink boven het gemiddelde uit.
Begin juni was het warm, op de 2e werd het op vele plaatsen 30 °C tot 32 °C. Na een koeler tijdvak werd het op de 18e en 19e opnieuw zomers warm, tussen de 22e en 30e was het echter bijzonder warm met de hoogste temperaturen op de 24e, 25e en 29e. Op de 25e haalden de maxima 32 °C tot 34 °C op verschillende plaatsen, in Koersel en Kleine Brogel bereikte het maximum respectievelijk 35,2 °C en 34,8 °C. Op de 29e werd het 34,2 °C in Hastière en meer dan 33 °C op vele plaatsen.
In de eerste 20 dagen van juli lagen de temperaturen meestal rond het langjarig gemiddelde: enkele warmere dagen wisselden af met enkele eerder koele dagen. Vanaf de 22e brak een warme periode uit die uitmondde in 2 dagen met extreme hitte. Op 24 en 25 juli stegen de maximumtemperaturen immers tot nooit eerder geziene waarden. Op de 24e bereikten de maxima al 35 °C tot 37 °C in het centrale deel van het land (Melsbroek: 36,7 °C, Ukkel: 35,9 °C) en 38 °C à 39 °C in het oosten en zuiden van het land (Diepenbeek: 39,3 °C, Genk: 39,2 °C, Gorsem en Retie: 38,5 °C, Hastière: 38,8 °C), zelfs 40,2 °C in Angleur (Luik). In de westelijke helft van het land bleven de maxima nog wat achter al is dit erg relatief met waarden van 33 °C à 34 °C (Passendale: 33,2 °C, Beitem: 34,1 °C). Op de 25e was de hitte voor het ganse land (aflandige wind), op praktisch alle plaatsen stegen de temperaturen tot boven 35 °C (Mont Rigi net niet met 34,9 °C) en op vele plaatsen in Laag- en Midden-België en in de valleien van het zuiden van het land werd voor het eerst in de Belgische weergeschiedenis 40 °C of meer gehaald, de hoogst gemeten waarde in ons land was 41,8 °C in Begijnendijk. We merken ook nog op dat de temperaturen op het 850 hPa-niveau (ongeveer 1.500 meter hoogte) stegen tot zo'n 25 °C over ons land, wat extreem hoog is !
In Ukkel werd op 25 juli dus 39,7 °C gemeten, dit is maar liefst 3,1 °C meer dan het vorig absoluut temperatuurrecord voor Ukkel dat dateert van 27 juni 1947 met 36,6 °C. Op vele andere plaatsen werd het vorig absoluut temperatuurrecord met zo'n 3 °C verpulverd wat zeer opmerkelijk is, enkel over de zuidoostelijke landshelft stellen we vast dat de vorige absolute temperatuurrecords op een aantal plaatsen met minder dan 1°C werden 'verbeterd', dit is te verklaren doordat de hitte van begin augustus 2003 in dat deel van het land intenser was dan elders. Zo werd het in Aubange op 25 juli 38,8 °C (maximum was daar 38,6 °C op 8 augustus 2003), in Saint-Hubert was het maximum van 25 juli 35,2 °C (het werd er 34,4 °C op 6 en 8 augustus 2003).
Tabel 1 : maximumtemperaturen (in °C) gemeten op 24 en 25 juli 2019 op een aantal plaatsen in het land (bron: KMI)
Plaats | 24 juli | 25 juli | Plaats | 24 juli | 25 juli |
Knokke-Heist | 34,0 | 38,0 | Ransberg | 39,5 | 40,3 |
Assebroek | 34,3 | 40,2 | Koersel | 40,2 | 41,0 |
Lichtervelde | 33,9 | 40,6 | Meeuwen | 39,4 | 40,9 |
Passendale | 33,2 | 40,3 | Angleur | 40,2 | 41,0 |
Ukkel | 35,9 | 39,7 | Hastière | 38,8 | 40,2 |
Korbeek-Lo | 39,8 | 40,6 | Saint-Hubert | 34,4 | 35,2 |
Begijnendijk | 38,8 | 41,8 | Elsenborn | 35,8 | 36,2 |
Bron: KMI |
Op 26 juli werd het nog zeer warm over het oosten van het land (Koersel: 38,9 °C, Genk: 37,1 °C, Elsenborn en Hastière: 35,5 °C) terwijl de temperaturen in het westen geen 30 °C meer bereikten. Op de 27e was het overal gevoelig minder warm : de maxima lagen op de 27e op veel plaatsen zo'n 20 °C lager dan 2 dagen voordien: zo was het maximum in Ukkel op de 25e en de 27e respectievelijk 39,7 °C en 21,4 °C, in Bièrset was dit 39,5 °C en 19,6 °C, in Bevekom
40,1 °C en 20 °C.
In augustus was het eerst vrij warm, dan volgde een koeler tijdvak gedurende een groot deel van de tweede decade, maar vanaf de 21e kwamen we onder invloed van een hogedrukgebied over Oost-Europa en werd het warm met temperaturen die tropische waarden konden bereiken tussen de 24e en 28e, in Ukkel bereikte het maximum op de 27e 33,2 °C, in Koersel en Kleine Brogel respectievelijk 34,5 °C en 33,5 °C, in Begijnendijk zelfs 35 °C, zeer warm voor eind augustus. Ook op de laatste dag van de weerkundige zomer werd het nog eens tropisch warm.
5 juli 2019: op vele plaatsen konden we genieten van prachtige luchten bij zonsondergang, zoals hier
in Pondrôme (Beauraing)
Foto: Renée Van Hoorde (info météo)
De herfst was vrij zacht met een gemiddelde temperatuur van 11,3 °C. (ref. periode 1981-2010: 10,9 °C).
In de maand september lag de gemiddelde temperatuur dicht bij het langjarig gemiddelde door een afwisseling van koelere en warmere tijdvakken. Op enkele dagen konden de temperaturen nog zomerse waarden bereiken, dat was zo op de 15e en op de 21e en 22e. Op de 21e werd het 27,1 °C in Ukkel en op de 22e 28,4 °C in Kleine Brogel. De laagste temperatuur werd op de 10e en de 20e gemeten in Elsenborn met - 0,7 °C, op de 6e was het minimum daar ook al
- 0,5 °C, vroegtijdige nachtvorst dus, maar uitzonderlijk is dat niet op die plaats (we bevonden ons in polaire zeelucht en er waren opklaringen). Op beschutte plaatsen in Hoog-België kunnen de temperaturen praktisch het ganse jaar door dalen tot rond het vriespunt. Zo was het minimum 0,0 °C op 15 augustus 1994 in Elsenborn, op 30 augustus 2007 was het minimum daar - 0,6 °C, op 13 juli 2017 + 0,8 °C. 6 september was algemeen gesproken een koude ochtend met opmerkelijk lage minima voor de tijd van het jaar. Zo was het minimum 1,1 °C in Bièvre, 2,2 °C in Genk en Diepenbeek, 4,0 °C in Koersel en 4,7 °C in Beitem.
Oktober was wat warmer dan gemiddeld: aanvankelijk lagen de temperaturen dicht bij het langjarig gemiddelde, tussen de 12e en de 15e kregen we een temperatuuropleving, we kwamen in de warme sector van een depressie terecht waarbij de temperaturen tot (ruim) boven 20 °C stegen : op de 12e werd de 20 °C slechts heel lokaal bereikt, maar op de 13e aan de voorzijde van een koufront was dat praktich overal het geval: in Ukkel haalde het maximum 23,2 °C, in Koersel en Kleine Brogel respectievelijk 24,7 °C en 24,6 °C en in Bilzen en Ophoven zelfs 25,4 °C ! (voor het derde jaar op rij werd in ons land nog een temperatuur boven 25 °C bereikt rond half oktober, zij het dat dat dit jaar beperkt is gebleven tot enkele plaatsen in tegenstelling tot de voorbije jaren).
Na een wat koeler tijdvak tussen de 17e en de 23e kregen we nog een paar zeer zachte dagen tussen de 24e en de 26e. Op de 23e manifesteerde de warme lucht zich vooral in de hoogte, op die dag werd het in Hoog-België al erg zacht met maxima tot 18,5 °C in Mont Rigi, 18,9 °C in Bièvre en 19 °C in Gouvy en Elsenborn. Op de 24e bereikten de maxima ook in Laag- en Midden-België 18 °C tot 20 °C. Ook op de 26e bevonden wij ons in warme lucht ten zuiden van een langgerekte storing over de Noordzee en de Britse Eilanden met temperaturen tot 19 °C à 20 C. Na de passage van die storing kwamen we in koudere lucht terecht die ons weer beïnvloedde in de laatste week van oktober. Op de 30e bleven de maxima op de meeste plaatsen onder 10 °C (Ukkel: 9,8 °C), in Hoog-België lagen ze tussen 4 °C en 6 °C.
In november lag de gemiddelde temperatuur dicht bij het langjarig gemiddelde. De maand begon zacht: op de 2e stegen de temperaturen tot 14 °C à 15 °C (16 °C in La Hestre). Nadien volgde een langer tijdvak dat eerder aan de koele kant was (vooral tussen de 7e en de 21e). In de nacht van de 19e op de 20e kwam het praktisch overal tot nachtvorst, in Elsenborn en Bièvre was het minimum respectievelijk -6,5 °C en -6,1 °C. Vooral tussen de 24e en de 28e was het opnieuw zacht weer.
Het jaar eindigde met een zachte maand: de gemiddelde temperatuur van december was 5,9 °C (ref. periode 1981-2010: 3,9 °C). In het begin en aan het einde van de maand was het wat koeler, maar de rest van de maand verliep zacht. In de loop van de tweede decade werd het op enkele dagen bijzonder zacht. In de nacht van de 16e op de 17e bereikte zeer zachte lucht ons land zodat de temperaturen geleidelijk aan opliepen (behalve in het uiterste westen), in de ochtend was het op vele plaatsen al 11 °C à 12 °C, later op de dag (de 17e) haalden de temperaturen op verschillende plaatsen meer dan 15 °C: in Ukkel werd het 15,4 °C, in Koersel en Sint-Katelijne-Waver 16 °C, in Retie 16,2 °C en in Luik-Monsin 16,6 °C. Na de passage van en koufront was het op de 18e iets frisser, maar in de loop van de nacht van de 18e op de 19e bereikte ons andermaal erg zachte lucht zodat het op de 19e 14 °C tot 15 °C werd: in Ukkel was het maximum 14,3 °C, in Hastière en Kleine Brogel 15,3 °C en in Koersel 15,4 °C. Ook in de nacht van de 19e op de 20e bevond ons land zich nog in zeer zachte lucht zodat het nauwelijks afkoelde met temperaturen die op vele plaatsen niet onder 11 °C à 12 °C daalden (minimum van 12,2 °C in Ukkel). Hoewel de maxima van 17 en 19 december uiteraard zeer hoog waren voor de tijd van het jaar, werden geen records verbroken. Op 17 december 2015 en 16 december 1989 werden op vele plaatsen nog hogere waarden gemeten. In Ukkel bijvoorbeeld was het maximum op 17 december 2015 en 16 december 1989 respectievelijk 16,0 °C en 16,7 °C.
Tabel 2 : gemiddelde maandtemperaturen (in °C) te Ukkel in 2019 (TT), de normaalwaarden (NORM : ref. periode 1981-2010) en de afwijking tov de normaalwaarden (δ)
2019 |
TT |
NORM |
δ |
jan |
3,0 |
3,3 |
-0,3 |
feb |
7,0 |
3,7 |
+3,3 |
mrt |
8,5 |
6,8 |
+1,7 |
apr |
11,0 |
9,8 |
+1,2 |
mei |
11,9 |
13,6 |
-1,7 |
jun |
18,5 |
16,2 |
+2,3 |
jul |
19,5 | 18,4 | +1,1 |
aug |
19,4 | 18,0 | +1,4 |
sep |
15,2 | 14,9 | +0,3 |
okt |
12,0 | 11,1 | +0,9 |
nov |
6,6 | 6.8 | -0,2 |
dec |
5,9 | 3,9 | +2,0 |
2. Aantal dagen met karakteristieke temperatuur
Dat het een warm jaar was, blijkt ook uit het aantal dagen met karakteristieke temperatuur.
In Ukkel waren er 103 warme dagen (Max >= 20 °C) het voorbije jaar (ref. periode 1981-2010: 88,9 d).
De eerste warme dag kwam voor op 26 februari, uitzonderlijk en recordvroeg.
In de lente werd het 11 keer meer dan 20 °C (normaal: 15,5 d), In april waren er 7 warme dagen en in de koele meimaand 4.
Tijdens de zomer was het aantal warme dagen met 77 uitzonderlijk hoog (normaal: 61,5 d): 22 in juni, 27 in juli en 28 in augustus.
In de herfst werd het nog op 14 dagen meer dan 20 °C: in september waren er 12 warme dagen, in oktober nog 2 dagen (op de 13e en 14e).
Het aantal zomerse dagen (Max >= 25 °C) bedroeg in Ukkel 34 (ref. periode 1981-2010: 28,1 d).
De eerste zomerse dag kwam in Ukkel voor op 22 april. Het was de enige zomerse dag in de lente.
De weerkundige zomer telde 31 zomerse dagen (normaal: 22,8 d): 13 in juni en telkens 9 in juli en augustus
In de herfst werd het nog 2 keer zomers: op 14 en 15 september.
Er waren 11 hittedagen in Ukkel (Max >= 30 °C) (ref. periode 1981-2010: 4 d): 3 in juni, en telkens 4 in juli en augustus. De eerste hittedag kwam in Ukkel voor op 24 juni, de laatste op 31 augustus.
We kregen 3 hittegolven, één in elke zomermaand. De eerste hittegolf deed zich voor van 23 t/m 30 juni (8 dagen) met in Ukkel een maximum van 32,6 °C op de 29e ; een tweede, zeer intense hittegolf, liep van 22 t/m 26 juli (5 dagen) met in Ukkel een maximum van 39,7 °C (zie hoger). Tenslotte kregen we nog een derde hittegolf van 23 t/m 28 augustus (6 dagen), tijdens deze hittegolf bereikte het maximum in Ukkel 33,3 °C op de 27e. We merken nog op dat 2019 het vijfde opeenvolgende jaar is waarin zich in Ukkel minstens één hittegolf voordoet. Bovendien is er in het verleden slechts één jaar geweest met meer hittegolven, dat was 1947 met 4 hittegolven.
In Ukkel waren er 6 tropische nachten (Min >= 20 °C): dit aantal was nooit eerder zo hoog, het vorig record was 4 (in de jaren 2003, 2006 en 2018).
we kregen 3 tropische nachten op rij van 24 t/m 26 juli, de warmste nacht was deze van 25 op 26 juli met een minimum van 23,5 °C in Ukkel.
Ook op 25 en 30 juni en op 28 augustus was het minimum telkens hoger dan 20 °C in Ukkel.
20 november 2019: najaarsdag in het Warandepark in Brussel
Foto : Koen Vandenbussche
Het aantal vriesdagen (Min < 0 °C) bedroeg te Ukkel 27 (ref. periode 1981-2010: 44 d).
Januari telde 12 vriesdagen, februari 2 en maart en april telkens 1. De laatste vriesdag in het voorjaar was 14 april voor Ukkel met een minimum van -0,5 °C. In het oosten en zuiden van het land kwam nog nachtvorst voor in de eerste dagen van mei : zo was het minimum op de 5e -1,2 °C in Diepenbeek, Saint-Hubert en Mont Rigi en - 2,0 °C in Buzenol. Op 15 en 16 mei bedroeg het minimum in Elsenborn (Butgenbach) respectievelijk nog -2,7 °C en -2,6 °C.
De eerste nachtvorst in het najaar in ons land kwam voor in de eerste week van september: in de nacht van de 5e op de 6e daalde de temperatuur in Elsenborn tot -0,5 °C. In Ukkel kwam de eerste vriesdag voor op 16 november. November telde in totaal 5 vriesdagen, december 6.
In Ukkel was er slechts 1 winterse dag (Max < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,4 d): 22 januari met een maximum van -0,3 °C.
3. De neerslag
Het neerslagtotaal was in Ukkel normaal laag in 2019: er viel in totaal 798,6 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 852,4 mm).
Geen enkele kalendermaand verliep kletsnat te Ukkel: de natste maand was juni met 98,1 mm neerslag, de droogste maand april met 36 mm.
Het neerslagtotaal voor Ukkel was niet representatief voor het land.
Er waren streken/plaatsen waar het droger bleef in 2019, zo viel in Ransberg (Kortenaken) slechts 635,6 mm neerslag. Ook hier was april de droogste maand met amper 15,5 mm neerslag, de natste maand was oktober met 84,2 mm. In Kapelle-op-den-Bos was het jaarlijks neerslagtotaal eveneens eerder aan de lage kant met 717,8 mm neerslag, de droogste en natste kalendermaand was hier respectievelijk april en oktober met 30,1 mm en 83,6 mm.
In Lichtervelde viel in totaal 792,1 mm neerslag wat dan weer vergelijkbaar is met het jaartotaal van Ukkel: de droogste maand was hier augustus 24,1 mm (april was hier eveneens droog met 25,2 mm); de laatste maanden van het jaar hebben er voor gezorgd dat we een vrij normaal jaarlijks neerslagtotaal bereikten met neerslagsommen van 94,1 mm, 94,1 mm en 106,8 mm voor respectievelijk oktober, november en december.
in Assebroek (Brugge) werd 823,2 mm werd genoteerd. Hier was de droogste maand (zoals op de meeste plaatsen) april met 25,9 mm neerslag, het zijn (net als in Lichtervelde) de najaarsmaanden die ervoor gezorgd hebben dat het neerslagtotaal op jaarbasis normaal was. In september, oktober, november en december viel in Assebroek respectievelijk 91,5 mm, 94,4 mm, 85,7 mm en 109,6 mm.
De eerste dagen van het jaar werd het weer bepaald door een hogedrukgebied over de Britse Eilanden waardoor de neerslaghoeveelheden beperkt bleven, vanaf de 11e januari trok de hoge druk zich terug naar het westen zodat lagedrukgebieden en de eraan verbonden storingen ons land konden bereiken. Vanaf de 18e stabiliseerde het weer terug onder invloed van een hogedrukgebied wat voor enkele droge en zonnige dagen zorgde. De laatste dagen van de maand namen de lagedrukgebieden het opnieuw over zodat er ook terug neerslag viel.
Februari kreeg een normale hoeveelheid neerslag maar het viel wel op dat praktisch alle neerslag in de eerste 10 dagen viel. Die eerste decade was in Ukkel goed voor 62,2 mm neerslag, wat vrijwel overeenkomt met het langjarig gemiddelde voor een ganse februarimaand. Nadien stabiliseerde de atmosfeer door een hogedrukgebied (met kern in onze omgeving en ook dikwijls ten oosten van ons) dat garant stond voor een aantal zonnige en droge dagen.
Tijdens de voorjaarsmaanden (maart, april, mei) viel in Ukkel een normale hoeveelheid neerslag van 176,5 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm).
In de eerste lentemaand maart merken we - net als in februari - een tweedeling op voor wat de neerslag betreft: de eerste 18 dagen zorgde een westelijke stroming waarbij de ene na de andere depressie ons weer beïnvloedde voor geregeld neerslag, in Ukkel goed voor in totaal 81,7 mm neerslag. Vanaf de 19e zwaaiden hogedrukgebieden de plak met slechts nog af en toe een verzwakte storing die voor een weinig, te verwaarlozen hoeveelheid neerslag zorgde.
April was de droogste maand van het jaar in Ukkel met slechts 36 mm te Ukkel (ook op de meeste andere plaatsen in het land was april de droogste kalendermaand), de neerslag viel in de eerste en de derde decade, tussenin kregen we droog intermezzo: van de 10e t/m de 23e viel geen neerslag te Ukkel.
In de maand mei viel de meeste neerslag in Ukkel in de eerste en de laatste decade, er viel weinig neerslag tussen de 12e en de 24e van de maand. We vermelden nog de situatie van de 19e mei: op die dag viel eerst voornamelijk neerslag langs de Franse grens en in het westen van het land, in de loop van de dag ontstonden een aantal intense buien over het noordoosten van het land, in Bree viel 56 mm neerslag. Een tweede onweersgebied trok vanover de Hoge Venen richting het zuidelijke deel van het centrum van het land. In Mazy (Gembloers) werd ruim 50 mm gemeten. De felle buien gaven op een aantal plaatsen aanleiding tot wateroverlast en modderstromen.
8 februari: grijs en winderig weer aan de kust in Bredene
Foto: Alexis Papapanayotou
Het neerslagtotaal van de zomer bedroeg in Ukkel 198,8 mm (ref. periode 1981-2010: 224,6 mm).
Juni verliep vrij nat met 98,1 mm neerslag, terwijl juli en augustus eerder droog waren met respectievelijk 52,8 mm en 47,9 mm.
De vrij grote maandsom voor juni te Ukkel is te verklaren door het feit dat het er op enkele dagen vrij behoorlijk heeft geregend. Zo viel er op de 5e juni 29,1 mm neerslag, de onweerachtige neerslag gaf ook op andere plaatsen aanleiding tot vermeldenswaardige dagsommen met 35,2 mm in Koersel en 34,2 mm in Gouvy.
Op de 10e juni viel behoorlijk wat neerslag in de streek van Gorsem (Sint-Truiden) en in Berloz (ten westen van Borgworm), lokaal viel 50 - 60 mm neerslag met veel schade tot gevolg. De nacht van 14 op 15 juni gaf vrij veel neerslag op een aantal plaatsen, in Ukkel viel ruim 22 mm neerslag, in Melle 28 mm en in La Hestre 24 mm. We vermelden ook de grote dagsommen die in het noorden van de provincie Antwerpen werden waargenomen op de 19e tijdens onweerachtige buien. In Stabroek werd op die dag ruim 63 mm gemeten, waarvan een groot deel op een paar uur tijd in de late namiddag/vooravond. Ook op andere plaatsen in het land waren er onweersbuien, maar de hoeveelheden die werden gemeten, waren minder belangrijk.
In juli viel het grootste deel van de neerslag over het algemeen op de 27e (2 dagen na de heetste dag ooit in ons land) : in Ukkel viel op die dag 32,8 mm neerslag (ruim 60 % van het maandtotaal). Ons weer werd die dag beïnvloed door een convergentiezone (die de overgang markeerde tussen de hete lucht die nog aanwezig was over het midden en noorden van Nederland en de koelere lucht over onze streken) en een front dat zich boven Frankrijk bevond. Op sommige plaatsen viel ruim 40 mm neerslag, in Gorsem bereikte het dagtotaal 58 mm.
In augustus viel de meeste neerslag in Ukkel in de loop van de tweede decade.
Tijdens de herfstmaanden viel in Ukkel in totaal 209,4 mm neerslag (ref. periode 1981-2010: 219,9 mm). Oktober was iets natter dan gemiddeld en november iets droger.
De eerste 20 dagen van september leverden weinig neerslag op (overwegend anticyclonaal weerregime) met in Ukkel 11,9 mm. In de derde decade kregen we te maken met een zonale stroming waarbij storingen geregeld neerslag brachten. Het gros van de neerslag voor september viel dan ook in deze periode, in Ukkel viel 50,7 mm in de laatste 10 dagen van de maand.
Ook gedurende de eerste 20 dagen van oktober bleef het wisselvallige weer aanhouden: in totaal viel in Ukkel 84,6 mm neerslag over de ganse maand, waarvan 48,6 mm in de eerste 10 dagen en 22,8 mm in de tweede decade. Vooral de eerste van de maand verliep kletsnat op een aantal plaatsen: in Ukkel viel 24 mm, in Buizingen 32,6 mm en in Eigenbrakel zelfs 45 mm. Ook in de zuidelijke landshelft registreerde men niet verwaarloosbare dagsommen met 32,4 mm in Mont Rigi en 31,2 mm in Bièvre. Aan het einde van de maand was het droger.
In november kregen we vaak te maken met depressies en bijhorende storingen die het weer bepaalden, maar de neerslaghoeveelheden schommelden rond de normaalwaarden.
December startte en eindigde met hogedrukinvloeden zodat het dan overwegend droog was. Tussen de 6e en de 27e was het weer meestal verstoord met geregeld neerslag. In Ukkel viel in totaal 71,4 mm neerslag.
4 mei 2019: ongeveer 8 cm sneeuw in Francorchamps , opmerkelijk voor de tijd van het jaar
Foto: Christine Albert-Merckaert
De neerslagfrequentie was eerder laag: het aantal dagen met meetbare neerslag (minstens 0,1 mm) was te Ukkel 182 (ref. periode 1981-2010: 198,7 d).
In het voorjaar was het aantal dagen met neerslag te laag in de maanden februari en april met respectievelijk 10 en 8 neerslagdagen (gemiddeld: 16,3 d en 15 d). In januari, maart en mei lag het aantal neerslagdagen dicht bij normaal.
In de weerkundige zomer was de neerslagfrequentie met 33 aan de lage kant (ref. periode 1981-2010: 44 d). Vooral de maand juli droeg hiertoe bij met amper 7 neerslagdagen (tegenover een langjarig gemiddelde van 14,3 d), in juni en augustus lag het aantal neerslagdagen dicht bij normaal met 12 en 14 dagen (gemiddeld respectievelijk 15 d en 14,5 d).
Er waren 4 periodes met minstens 10 opeenvolgende droge dagen in Ukkel: er viel geen neerslag van 11 t/m 27 februari (17 dagen), van 10 t/m 23 april (14 dagen), van 20 juni t/m 11 juli (22 dagen) en van 12 t/m 21 september (10 dagen). Van 19 maart t/m 1 april (13 dagen) bleef het niet geheel droog maar viel er slechts 0,6 mm neerslag in Ukkel.
Daarentegen waren er ook enkele periodes met dagelijks meetbare neerslag in Ukkel: van 25 januari t/m 4 februari (11 dagen), van 28 februari t/m 18 maart (19 dagen) en van 1 t/m 14 november (14 dagen).
In Ukkel was de neerslag geheel of gedeeltelijk vergezeld van sneeuw gedurende 9 dagen in 2019 (ref. periode 1981-2010: 19,2 d): 6 in januari en 3 in februari.
In Laag- en Midden-België kregen we af en toe te maken met sneeuwval in de tweede helft van januari: op de 22e bracht een storing 2 tot 4 cm sneeuw, de nacht erop kreeg vooral het westen te kampen met sneeuwbuien, in delen van West-Vlaanderen bereikte de sneeuwdikte 10 tot 15 cm. In de nacht van 29 op 30 januari zorgden storingen verbonden aan een lagedrukkern over Noord-Frankrijk opnieuw voor sneeuw, voornamelijk in de zuidelijke landshelft en ook terug in het westen, in het zuiden van West-Vlaanderen kon een sneeuwlaag van betekenis tot stand komen (tot lokaal 15 cm). De maximale dikte van de sneeuwlaag in Ukkel bereikte 6 cm op de 23e. Ook tijdens de eerste dagen van februari kregen we nog winterse neerslag.
In de Hoge Venen en de Oostkantons lag aanhoudend sneeuw tussen 17 januari en 14 februari, de maximale dikte bereikte hier tot meer dan 35 cm rond de maandwisseling (januari-februari). Ondanks het feit dat de temperaturen vanaf half februari zeer hoge waarden bereikten, ook in de Hoge Venen, bleven er nog sneeuwresten waar te nemen tot rond de 22e (dit heeft alles te maken met de zeer droge lucht).
In de voorjaarsmaanden maart en april was sneeuw een schaars verschijnsel: slechts enkele keren werden een paar centimeter sneeuw gemeten in de hoogste delen van het land, rond 11 en 18 maart en op 13 en 14 april.
De meeste sneeuw was deze lente voorbehouden voor de maand mei. In de nacht van de 3e op de 4e bracht een storing sneeuw in Hoog-België, niet enkel in de Hoge Venen, maar ook in de lagere streken (tussen 200 en 400 meter). De officieel gemeten maximale dikte bedroeg 8 cm in Stembert (Verviers) en in Presgaux (Couvin), 2 plaatsen gelegen op ongeveer 300 meter hoogte. Voor de Hoge Venen was de sneeuwval zeker niet uitzonderlijk, dit is wel het geval voor de plaatsen tussen 200 m en 400 m. We moeten teruggaan naar 1979 om sneeuw op de bodem terug te vinden begin mei in de gebieden tussen 200 m en 400 m.
De eerste sneeuw van het najaar viel op 12 november in Hoog-België: 's ochtends waren er al sneeuwsporen zichtbaar in Mont Rigi, maar in de loop van de voormiddag ontstond er een dun gesloten sneeuwdek. Er ontstond eveneens een dun sneeuwlaagje in de Oostkantons (onder andere in Bullingen en Wirtzfeld) en op het plateau van Recogne in de buurt van Libramont.
Minder dan een week later viel de eerste sneeuw van betekenis in Hoog-België: het begon te sneeuwen in de avond van de 17e en ook op de 18e viel regelmatig sneeuw zodat er tegen de avond van de 18e in de Hoge Venen tot 15 cm of meer lag, in Mont Rigi werd 16 cm gemeten. In de ochtend van de 19e, 20e en 21e werd in Mont Rigi respectievelijk 9 cm, 10 cm en 9 cm sneeuw gemeten. In de nacht van 21 op 22 november bereikte zachtere lucht ons land, zodat de sneeuw in de loop van de 22e grotendeels smolt. Dit was meteen de belangrijkste sneeuwepisode in ons land.
In de eerste helft van december viel er wel af en toe winterse neerslag in Hoog-België, maar grote hoeveelheden bleven uit. De eerste van de maand beïnvloedde een storing het zuiden van het land en bracht daar sneeuw, in Givry (Bertogne) en in Bièvre bereikte de sneeuwdikte 6 cm op de 2e.
4. De zonneschijnduur
Het afgelopen jaar was een zeer zonnig jaar : de totale zonneschijnduur bedroeg te Ukkel 1.757,5 uur (ref. periode 1981-2010: 1.544,6 uur) !
Het jaar ging vrij somber van start met in de eerste kalendermaand 37,9 uur zon (ref. periode 1981-2010: 58,6 uur). Toch waren er in die maand 3 (opeenvolgende) zonnige dagen van de 19e t/m de 21e januari die goed waren voor samen 23 uur zon.
Net als in 2018 was februari ook in 2019 een uitgesproken zonnige maand, het totaal van de zonneschijnduur was in Ukkel 137,8 uur (ref. periode 1981-2010: 76,6 uur), er waren 10 sombere dagen (langjarig gemiddelde: 16,6 d). Tijdens de tweede decade alleen al scheen de zon ruim 73 uur (bijna het maandtotaal) en ook de derde decade was met bijna 56 uur zon lang niet somber.
Tijdens de voorjaarsmaanden maart en mei was de zonneschijnduur vrijwel normaal. In maart waren de verschillen wel bijzonder groot tussen de eerste en de tweede maandhelft: terwijl de zon in de sterk wisselvallige periode in de eerste 15 dagen van de maand slechts 18,9 uur te zien was, gaf de tweede maandhelft maar liefst 87,6 uur zon. April had een zonnig karakter met 200,8 uur zon tegenover een langjarig gemiddelde van 159 uur, vooral van 10 t/m 23 april was het erg zonnig met van de 18e t/m de 22e 5 opeenvolgende zonovergoten dagen (dit waren tevens erg warme dagen).
De 3 zomermaanden verliepen zonnig: in juni, juli en augustus scheen de zon in Ukkel respectievelijk 255 uur, 237,3 uur en 222,3 uur in Ukkel. De derde decade van iedere zomermaand was telkens de zonnigste van de 3 decades (dit viel ook samen met de warme periodes binnen iedere kalendermaand). Zo scheen de zon in de eerste 20 dagen van juni 137 uur tegenover 118 uur in de derde decade, in juli was dit 134,6 uur over de eerste 20 dagen en 102,7 uur in de derde decade, in augustus tenslotte scheen de zon in de eerste 20 dagen 106 uur tegenover 117,2 uur in de laatste decade.
Er waren slechts 10 zwaar bewolkte tot betrokken dagen over de ganse zomer in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 28 d).
Het totaal van de zonneschijnduur voor de herfst was met 322,4 uur perfect normaal (ref. periode 1981-2010: 322 uur).
In september was de zonneschijnduur met 154,2 uur vrijwel normaal. Dit totaal verbergt echter belangrijke verschillen tussen de eerste 2 decade's van de maand die aan de zonnige kant waren (in totaal 126,4 uur zon) en de laatste 10 dagen van de maand die somber verliepen met slechts 27,9 uur zon. In de eerste 2 decade's van oktober was de zon slechts met mondjesmaat te zien en bleef het weer een somber karakter behouden met respectievelijk amper 18 uur en 20,3 uur zon zodat de periode van 21 september t/m 20 oktober (30 opeenvolgende dagen) erg somber was met slechts 66,2 uur zon (tussen 24 september en 21 oktober scheen de zon amper 46,3 uur). De laatste decade van oktober verliep dan weer behoorlijk zonnig met zo'n 50 zonuren in Ukkel maar kon niet verhinderen dat de maand als geheel aan de sombere kant eindigde met 88,2 uur zon (ref. periode 1981-2010: 112,6 uur). De maand november verliep ook zonniger dan gemiddeld.
Ook de laatste kalendermaand was aan de zonnige kant met ruim 55 uur zon in Ukkel (ref. periode 1981-2010: 45,1 uur zon).
23 augustus 2019: zonnige zomerdag in de Warchevallei
Foto: Koen Vandenbussche