Waarschuwingen
Waarschuwingen

Lente 2019

De lente van 2019 was in Ukkel normaal op vlak van temperatuur, zonneschijnduur, neerslagtotaal en neerslagfrequentie.

1. De temperatuur

De afgelopen lente was in Ukkel thermisch normaal: de gemiddelde temperatuur bedroeg 10,5 °C (normaal: 10,1 °C). Dit is het resultaat van een warme maart en april en een koele meimaand.
Maart en april verliepen inderdaad zacht met een gemiddelde temperatuur van respectievelijk 8,5 C en 11 °C (ref. periode 1981-2010: 6,8 °C en 9,8 °C). Mei daarentegen was eerder koel met een gemiddelde temperatuur van 12 °C (ref. periode 1981-2010: 13,6 °C).

Maart ging van start met relatief zacht weer: gedurende de eerste 2 weken lagen de temperaturen dikwijls boven het langjarig gemiddelde, op de meeste dagen haalden de maxima 10 °C tot 13 °C in Laag- en Midden-België, soms iets lager wanneer wij ons in wat koudere lucht bevonden (op de 11e was het maximum 7,8 °C in Ukkel en 8 °C tot 9 °C op vele andere plaatsen). Aangezien het weer meesttijds verstoord was en er dus veel bewolking was, koelde het ook 's nachts niet sterk af, in Laag- en Midden-België kwam dan ook geen nachtvorst voor in de eerste helft van maart (op de 12e minima van 0,8 °C in Koersel en 0,9 °C in Genk). In Hoog-België kwam het sporadisch wel tot lichte vorst, zo was het minimum op de 11e en de 12e in Elsenborn respectievelijk -1,1 °C en -0,9 °C, in Mont Rigi respectievelijk -1,8 °C en -2,1 °C.
Wanneer in de loop van de 18e maart een uitloper van het Azorenhogedrukgebied ons land naderde en polaire lucht over onze streken stabiliseerde, kon het in de nacht van 18 op 19 maart behoorlijk afkoelen met minima op de 19e rond of onder het vriespunt op verschillende plaatsen (Ukkel: -0,1 °C, Middelkerke: -0,5 °C, Ransberg: -1,7 °C, Kleine Brogel: -2,7 °C, Genk en Diepenbeek: -2,6 °C), in Hoog-België was het kouder (Elsenborn: -6,5 °C, Gouvy: -5 °C, Bièvre: -4,8 °C). Ook overdag bleef het tussen de 17e en 19e eerder koel met maxima tot zo'n 10 °C à 11 °C.
Het genoemde hogedrukgebied drukte ook de dagen nadien een stempel op ons weer, wij bevonden ons aan de noordelijke flank ervan met een afwisseling van zonnige perioden en soms toch ook nog vrij veel bewolking (zwakke storing trok over in de loop van de 20e), de temperaturen stegen geleidelijk aan, op de 20e werd 12 °C tot 13 °C bereikt, op de 21e werd het in het centrum en oosten van het land zonnig met temperaturen tot 15 °C en meer: in Ukkel werd het 14,9 °C, in Diepenbeek 17,4 °C, in Kleine Brogel 17,2 °C en in Koersel 18,1 °C. In het westen van het land bleef er hardnekkige bewolking aanwezig en bereikten de maxima eerder 11 °C tot 12 °C, aan zee nog lager met zo'n 10 °C. Op de 22e lag de belangrijkste kern van het hogedrukgebied dat bepalend was voor ons weer al boven Polen, de stroming werd zuidelijk en het werd nog iets warmer met maxima tot 18,8 °C in Ukkel, 20 °C in Diepenbeek en Hastière, 21 °C in Kleine Brogel en Koersel en 22 °C in Angleur.
Op de 23e en deels nog op de 24e trok een zwakke storing doorheen het land met daarachter merkelijk koelere lucht: op de 23e lagen de maxima met 11 °C tot 13 °C een stuk lager dan op de 22e in Laag- en Midden-België, het zuiden van het land bleef nog tijdelijk in de warmere lucht zodat de maxima daar lokaal hoger uitkwamen: het maximum was 14,4 °C in Buzenol en 16,4 °C in Aubange. Van de 24e t/m de 28e kregen wij te maken met noordelijke luchtstromingen waarbij de maximale temperaturen vaak tussen 10 °C en 12 °C uitkwamen in Laag- en Midden-België en 7 °C tot 9 °C in Hoog-België, op de 25e en 26e was het net iets frisser, zo bereikte het maximum op deze beide dagen in Ukkel respectievelijk 9,5 °C en 10,3 °C, in Mont Rigi (nabij Botrange) was dat 4,4 °C en 4,2 °C.
In de loop van de 28e kwamen we in zachtere lucht terecht en op de 29e en 30e was het zonnig en zeer zacht met temperaturen tot 17 °C à 18 °C op de 29e en nog een graadje hoger op de 30e (Ukkel: 18,7 °C, Hastière: 19,9 °C, Kleine Brogel: 19,4 °C). Vooral de 29e ging vrij fris van start met minima op veel plaatsen tussen 0 °C en 2 °C (Ukkel: 4,1 °C, Elsenborn: -2,5 °C). In de nacht van de 30e op de 31e werd de afkoeling getemperd in de noordelijke landshelft door een toename van de bewolking verbonden aan een zwakke storing, in het zuiden koelde het wel nog af met lokaal lichte vorst (Elsenborn: -1,1 °C, Bièvre: -0,1 °C, Aubange: -0,4 °C). Op de 31e bevond de zuidelijke landshelft zich aanvankelijk nog in zachte lucht met daar maxima tot lokaal 17 °C à 18 °C (Aubange: 20 °C), terwijl de temperaturen in de noordelijke landshelft en het centrum niet boven 13 °C tot 14 °C uitkwamen.
April ging zacht van start met temperaturen tot 16 °C à 17 °C, maar in de loop van de 2e koelde het na de passage van een koufront flink af : in Ukkel daalde de temperatuur tussen 16 en 17 uur van 16,4 °C naar 9,5 °C, in Melle van 16,7 °C naar 9,7 °C, in het oosten van het land zette de temperatuurdaling iets later in. De dagen erop vertoefden wij in vrij frisse polaire lucht die werd aangevoerd aan de zuidelijke / zuidoostelijke flank van een depressie over de Britse Eilanden: de maxima haalden 10 °C à 11 °C op vele plaatsen en 5 °C à 6 °C in de hoogste delen van het land, 's nachts koelde het af tot waarden rond of onder het vriespunt, in Middelkerke was het minimum op de 4e -2,3 °C. De depressie over De Britse Eilanden verplaatste zich geleidelijk aan zuidwaarts richting golf van Biskaje zodat warmere lucht ten oosten en noordoosten van onze streken stilaan ons land bereikte. De temperaturen kwamen op een wat hoger niveau te liggen op de 5e en 6e met zo'n 13 °C tot 15 °C (lokaal iets hoger), de 7e was de warmste dag van de periode met 18 °C tot 20 °C in het binnenland, plaatselijk wat meer (Koersel, Deurne, Kleine Brogel, Essen, Angleur zo'n 21 °C), er bleef meer bewolking over het westen van het land en langs de Franse grens zodat de temperaturen daar minder hoog opliepen (kust: zo'n 13 °C, Sivry: 15 °C, Dourbes en Beitem: 16,4 °C, Passendale: 15,9 °C). 

Op de 8e en de 9e was het overal minder warm maar vooral in het  noorden en noordoosten van het land vielen de maxima nog vrij hoog uit (meer opklaringen): op de 8e werd het in Koersel en Retie 17,4 °C, in Kleine Brogel 17,6 °C, op de 9e 16,3 °C in Kleine Brogel en 15,8 °C in Koersel (in Ukkel werd het op de 8e en 9e respectievelijk 11 °C en 10,6 °C).
Vanaf de 10e werd tussen een  hogedrukgebied met kern meestal over Noorwegen en een hoogtedepressie die vanover de Oostzee zuidwestwaarts richting ons land trok, via een noordoostelijke stroming stelselmatig koudere lucht aangevoerd. Op 13 en 14 april bereikten de temperaturen zo'n -7 °C / -8 °C op het drukvlak 850 hPa (op zo'n 1.500 meter hoogte) over onze streken, wat resulteerde in maximumtemperaturen die overal beneden 10 °C bleven op de 13e: het maximum was in Ukkel 7,5 °C, in Mont Rigi en Elsenborn respectievelijk 1,7 °C en 2,1 °C. Op de 14e werd het iets minder fris met 9,5 °C in Ukkel en op sommige plaatsen 10 °C à 11 °C. Ook de nachten waren koel met minima rond en onder het vriespunt. In de ochtend van de 14e was het minimum op de meeste plaatsen negatief: in Ukkel -0,5 °C, in Koksijde -1,1 °C, in Saint-Hubert -4,9 °C en in Aubange -5,2 °C.

Op de 15e (en tijdelijk op de 16e) kwamen we terug onder invloed van het hogedrukgebied over Skandinavië en Noordoost-Europa met stijgende temperaturen die opnieuw tot boven 15 °C opliepen, op de 16e tot lokaal 18 °C à 19 °C. Op de 17e was er meer bewolking verbonden met een zwakke storing die ons bereikt had vanover Frankrijk op de 16e, het bleef zacht.
Vanaf de 18e zorgde het hogedrukgebied over Skandinavië voor aanvoer van droge en steeds warmere lucht zodat de temperaturen boven 20 °C uitkwamen: op de 18e stegen de temperaturen al tot 22 °C à 23 °C, van de 19e t/m de 22e tot tussen 23 °C en 25 °C. In Ukkel bereikte het maximum op 19, 20, 21 en 22 april respectievelijk 24,5 °C; 24,7 °C; 24,4 °C en 25,2 °C, in Koersel werd het 4 dagen op rij warmer dan 25 °C met maxima van respectievelijk 25,1 °C; 26,1 °C; 25,4 °C en 26 °C in de periode 19-22 april. De warmste dag van de periode (en zelfs van de lente) was op de meeste plaatsen de 22e met op meerdere plaatsen maxima tot boven 25 °C, ook aan de kust werd de zomerse waarde bereikt. Het warmst werd het op die dag in Begijnendijk met 27,4 °C ! Door de zeer droge lucht koelde het 's nachts op sommige plaatsen nog goed af wat resulteerde in vrij grote temperatuuramplitude's (verschil tussen minimum- en maximumtemperatuur): zo was het minimum op de 20e 0,5 °C in Elsenborn terwijl het er overdag 21,3 °C werd, in Diepenbeek was dat respectievelijk 4 °C en 24,4 °C. Het hogedrukgebied over Skandinavië verplaatste zich op de 23e en de 24e naar het westen van Rusland, tussen deze anticycloon en een lagedrukzone over de nabije Atlantische Oceaan werd aan de voorzijde van storingen ten zuidwesten van onze streken nog warme lucht over ons land aangevoerd, zodat de temperaturen nog (soms ruim) boven 20 °C uitkwamen: vooral op de 24e was het terug behoorlijk warm met in de oostelijke landshelft maxima tot 24 °C à 25 °C (Angleur: 24,8 °C; Koersel en Kleine Brogel: 25,4 °C). Op de 25e en 26e was het al minder warm met temperaturen tot 17 °C of 18 °C op veel plaatsen; na de doortocht van een storing in de nacht van de 26e op de 27e kwamen wij op de 27e in koelere martieme lucht terecht, de maxima haalden op de 27e en de 28e hooguit 11 °C tot 13 °C. In de nacht van de 28e op de 29e kon het behoorlijk afkoelen met lokaal nachtvorst in de zuidelijke landshelft, in Elsenborn was het minimum -3 °C, in Laag- en Midden-België vonden we de laagste minima terug in de provincie Limburg met minima van 0,1 °C in Koersel en 0,7 °C in Genk.

Tijdens de laatste dagen van april en begin mei lagen de temperaturen rond het langjarig gemiddelde
met maxima vaak tussen 15 °C en 17 °C, maar de dagen nadien werd het frisser en uiteindelijk behoorlijk koel. Op 2 en 3 mei was het al wat minder warm maar na de passage van een koufront in de nacht van de 3e op de 4e bereikte ons tussen een hogedrukgebied over Groenland en Ijsland en lage druk over Skandinavië via een noordelijke stroming zeer koude lucht (zo'n -5 °C op het 850 hPa-drukniveau) wat op de 4e resulteerde in een koele meidag met maxima tot hooguit 10 °C op vele plaatsen (Ukkel en Melsbroek: 9,7 °C, Bevekom: 9,3 °C, Middelkerke: 10,6 °C, Kleine Brogel: 11,4 °C), in Hoog-België bleef het uiteraard kouder met 4 °C in Mont Rigi, 5,4 °C in Saint-Hubert en 5,5 °C in Elsenborn. Ook 's nachts koelde het flink af met op de 5e een minimum van 1,9 °C in Ukkel, -0,2 °C in Koersel, -1,2 °C in Genk en lichte vorst op meerdere plaatsen in de zuidelijke landshelft (Buzenol: -2,1 °C, Aubange: -2 °C, Mont Rigi en Elsenborn: -1,2 °C), in het westen van het land en zeker aan de kust bleef het wat zachter (Middelkerke: 5,3 °C, Koksijde: 5,8 °C). Op de 5e en 6e bleef het koele weer nog aanhouden met maxima meestal tussen 10 °C en 12 °C. Ook de nacht van 5 op 6 mei verliep fris met minima op de 6e tussen 0 °C en 3 °C op vele plaatsen in Laag- en Midden-België: in Ukkel was het minimum 1,6 °C, in Koersel en Genk respectievelijk -0,7 °C en -0,8 °C. 
De dagen nadien kwamen de temperaturen geleidelijk aan weer iets hoger uit zodat we terug maxima tot boven 15 °C haalden. In Hoog-België bleef het uiteraard koeler, zeker op de 11e was dat het geval omdat een storing lange tijd de zuidelijke landshelft beïnvloedde en er dus veel bewolking was, terwijl er in de noordelijke landshelft meer opklaringen waren (op de 11e was het maximum in Mont Rigi 9,6 °C, in Elsenborn 10 °C). Van de 12e tot de 17e waren de temperaturen normaal maar ze lagen toch eerder op een bescheiden niveau voor de tijd van het jaar, hooguit tussen 15 °C en 17 °C in Laag- en Midden-België.
In de loop van de 17e bereikte warmere lucht onze streken uit het oosten zodat de temperaturen op de 18e voor het eerst deze maand mei 20 °C bereikten op een aantal plaatsen: in Ukkel lukte dit net niet met een maximum van 19,3 °C, in Schaffen werd het 21,7 °C en in Kleine Brogel 22,2 °C. In de hoogste delen van het land en aan zee werd geen 20 °C gehaald met daar maxima rond 16 °C à 17 °C. Ook op de 19e kwamen de temperaturen in de oostelijke landshelft boven 20 °C uit, tot 23 °C in Kleine Brogel, in het westen en centrum bleef het frisser. Op de 20e en 21e bleef het overal frisser maar vanaf de 22e werd het onder invloed van een uitloper van de Azorenanticycloon warmer met temperaturen die opnieuw stegen tot 20 °C en meer, zeker op de 23e en 24e werd hier en daar 23 °C tot 24 °C bereikt en dit waren de warmste dagen van deze meimaand (op de 24e tot 24 °C in Diepenbeek, 24,3 °C in Kleine Brogel en tot 25,4 °C in Korbeek-Lo).
De laatste dagen van mei lagen de temperaturen meestal rond normaal met maxima van 18 °C à 19 °C. Op de 28e was het wel koeler met 14 °C tot 15 °C (een hoogtetrog zorgde voor veel bewolking en geregeld neerslag), en de laatste 2 dagen van mei was het weer warmer, ons land bevond dan zich immers in een warme sector zodat de maxima terug 20 °C of iets meer bereikten.

Samengevat mogen we stellen dat het gedurende de maanden maart en april vaak warmer was dan gemiddeld (met tussenin een paar korte koele periodes). In mei daarentegen kregen we gedurende de eerste 20 dagen een betrekkelijk lange frisse periode, de derde decade van mei verliep warmer (zie tabel 1) maar kon niet beletten dat de laatste lentemaand toch als een vrij koele de geschiedenis ingaat. Ook de absolute minimum- en maximumtemperatuur waren aan de lage kant in Ukkel in mei met respectievelijk 1,6 °C en 22,2 °C (gemiddeld: 3,5 °C en 26,6 °C). 

4 mei 2019 : terugkeer van de winter in de Hoge Venen (foto genomen in Mont Rigi)
Foto: Alexis Papapanayotou

Tabel 1 : gemiddelde temperatuur per decade te Ukkel (in °C) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
Maart  8,6  7,3  9,5
April  9,2 10,6  13,3 
Mei   9,0  11,8  14,7 
 
 

2 Aantal dagen met karakteristieke temperatuur

In Ukkel waren er 2 vriesdagen de voorbije lente (Min < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,5 dagen): 19 maart en 14 april, het absoluut minimum was -0,5 °C en werd gemeten op 14 april.

Te Ukkel waren er 11 warme dagen (Max >= 20 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 14,2 dagen):
In april waren er 7 (opeenvolgende) warme dagen in de warme periode van de 18e t/m de 24e. In mei kwamen daar nog 4 warme dagen bij : de 23e, 24e, 30e en 31e. 

Te Ukkel was er 1 zomerse dag (Max >= 25 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 3,1 dagen). Op 22 april was het maximum hier 25,2 °C.
Op sommige plaatsen in het land waren er meerdere zomerse dagen in de warme periode tussen 19 en 24 april. In de maand mei werd het heel lokaal zomers op de 24e.

Nergens in het land waren er hittedagen (Max >= 30 °C).

 

Tabel 2 : aantal vriesdagen, laagste minimum, datum laagste minimum

Plaats Aantal Vriesdagen
Absoluut
minimum

Datum abs min

Assebroek -2 °C  14/04/2019 
Beitem -1 °C  14/04/2019 
Lichtervelde -0,8 °C  14/04/2019 
Ukkel 2 -0,5 °C  14/04/2019
Ransberg -1,7 °C   19/03/2019 

Het aantal vriesdagen werd bepaald op basis van de minima gemeten in de periode 8 uur LT - 8 uur LT

3 De neerslag

In Ukkel viel in totaal 176,5 mm neerslag de voobije lente (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm): het neerslagtotaal was normaal.
In maart was het neerslagtotaal met 85,5 mm iets hoger dan gemiddeld (ref. periode 1981-2010: 70 mm); april en mei waren met een totaal van respectievelijk
36 mm en 55 mm eerder droog (ref. periode 1981-2010: resp. 51,3 mm en 66,5 mm). Alle afwijkingen waren normaal.

In maart viel het gros van de neerslag in de eerste helft van de maand: in Ukkel noteerde men 77,4 mm gedurende de eerste 15 dagen (terwijl de tweede helft slechts 8,1 mm neerslag gaf). Tijdens de eerste 17 dagen zorgden zonale luchtstromingen ervoor dat depressies vanaf de Oceaan over de Britse Eilanden, de Noordzee en het noorden van het continent trokken. De bijhorende storingen brachten geregeld neerslag over onze streken, soms ging dit ook gepaard met een krachtig windveld.
De eerste dagen van maart bleven de neerslaghoeveelheden beperkt, in de nacht van de 3e op de 4e trok een koufront doorheen het land, op de 4e waren er nog buien, soms met onweer, en in de hoogste delen van het land lag er tijdelijk een weinig sneeuw. Op de 6e trok een storing traag van west naar oost over het land, het koufront trok in de nacht naar de 7e verder over het land: het dagtotaal van de 6e was 21 mm in Bièvre, 15 mm in Sivry en 16 mm in Kruishoutem.  Op de 7e overdag volgden nog buien, soms met hagel en onweer: het neerslagtotaal bedroeg 12 mm in Koersel, La Hestre en Mont Rigi. Ook de dagen nadien hielden we het niet droog, op de 10e vielen enkele buien maar was vooral de wind in de hoofdrol : een stormdepressie waarvan de kern van de Britse Eilanden over Midden-Nederland naar Duitsland trok, zorgde voor felle rukwinden die 100 tot 120 km/h haalden (Stabroek: 122 km/h, Zeebrugge: 119 km/h, Oostende en Diepenbeek: 112 km/h): de neerslaghoeveelheden waren niet erg hoog, in Elsenborn en Mont Rigi noteerde men toch respectievelijk 13 mm en 16 mm neerslag. Later op de dag gingen de buien soms gepaard met onweer, en in Hoog-België viel ook wat sneeuw. Ook op de 11e vielen daar nog buien onder de vorm van sneeuw zodat de sneeuwdikte in Mont Rigi 3 cm bereikte.
De dagen nadien bleven depressies voorlopig het weer bepalen, vooral van de 13e t/m 15e viel neerslag van enige betekenis. Op de 13e trok een depressiekern van de Noordzee richting Denemarken, een occlusie hieraan verbonden trok doorheen het land, gevolgd door een postfrontale storing die voornamelijk het weer in het noorden en oosten beïnvloedde. In Retie viel 19 mm neerslag, in Genk 18 mm. Boven 500 meter hoogte viel er ook wat sneeuw maar een sneeuwdek werd niet gevormd. Aan de Belgisch-Duitse grens in Roetgen deed zich een tornado voor die voor flink wat schade heeft gezorgd. Op de 14e zorgden nieuwe fronten voor een regenachtige dag met op veel plaatsen meer dan 10 mm neerslag, nadien volgden ook nog buien. De dagtotalen voor de 14e waren vooral in de zuidelijke landshelft vrij belangijk: in Sivry viel 42 mm, in Bièvre 37 mm, in Dourbes 32 mm en in La Hestre 31 mm. De 15e gaf in het zuiden en oosten op een aantal plaatsen opnieuw belangrijke neerslaghoeveelheden, het koufront bleef een tijdje slepen over het land wat de grote dagsommen kan verklaren: in Mont Rigi viel 60 mm, in Elsenborn 36 mm, in Gouvy 24 mm. Ook op de 16e en 17e bleven fronten de plak zwaaien, na de passage van een koufront op de 17e kregen wij typische voorjaarsbuien met regen, hagel, sneeuw, onweer. Tegen de avond lag er wat sneeuw in de Hoge Venen. Op de 18e lag er tot 3 cm sneeuw in Mont Rigi, er vielen nog wat buien maar stilaan werd de atmosfeer gestabiliseerd door toedoen van een uitloper van het hogedrukgebied van de Azoren. Dit was de aanloop naar een drogere tweede helft van maart met overwegend hogedrukinvloed (met kern dikwijls over Frankrijk, onze omgeving of de Britse Eilanden), soms zorgden verzwakte storingen aan de noordelijke flank van de anticycloon voor bewolking en een weinig neerslag. Zo trok in de loop van de 20e een wolkenband over het land met vooral in het noordoosten nog wat lichte neerslag. Op de 23e was er veel bewolking met hier en daar een weinig neerslag, gelinkt aan een zwak koufront dat langzaam zuidoostwaarts over het land trok, op de 24e gaf dit nog geruime tijd veel wolken over de zuidelijke landshelft. De dagen nadien bevonden wij ons aan de oostelijke flank van een hogedrukgebied over het (zuid)westen van de Britse Eilanden met meestal vrij veel bewolking, wat opklaringen en vooral op de 25e ook nog een paar buien, hoewel de neerslaghoeveelheden erg beperkt bleven (Mont Rigi en Elsenborn: 2 mm, Gouvy: 4 mm).

Ook in de maand april viel de meeste neerslag in het begin van de maand (zie ook tabel 3 hieronder). Op de 2e trokken buien van west naar oost doorheen het land, soms felle buien met onweer (gelinkt aan een koufront). De grootste dagsom van de maand werd op de 2e genoteerd in Chéoux (Rendeux) met 25 mm. In Bièvre was het dagtotaal van de 2e 14,3 mm, in Hastière 13,2 mm. De dagen nadien bleef ons weer onder lagedrukinvloed (over Noord-Europa bepaalden hogedrukgebieden het weer), toch viel het met de neerslaghoeveelheden mee. Op de 7e bevond zich een warmtefront over onze streken dat de scheiding vormde tussen warme continentale lucht over het oosten van het land en frissere zeelucht over het westen. Een prefrontale convergentiezone was hieraan verbonden, beide storingen schoven westwaarts. In de namiddag ontstonden onweersbuien, aan het einde van de middag zelfs een aantal fellere buien met hagel, dit gaf aanleiding tot een laag hagel van meerdere centimeters in De Pinte (ten zuiden van Gent). Ook in Houdeng-Goegnies (La Louvière) kwam er een hageltapijt tot stand na een felle onweersbui. In Gosselies werd 16 mm neerslag gemeten.
Op de 9e trok nog een storing met regen en buien doorheen het land, nadien werd het droger onder invloed van een hogedrukgebied over Skandinavië dat ons weer meerdere dagen zou bepalen. Op de 13e en 14e trok evenwel een hoogtedepressie over de Benelux en dit ging gepaard met enkele buien, zelfs met winters karakter. In Hoog-België vormde zich tijdelijk een dun sneeuwdekje, zoals bijvoorbeeld in de omgeving van Mont Rigi, Bastenaken en Fraiture, in Mont Rigi werd tot 2 cm sneeuw gemeten. De neerslaghoeveelheden bleven wel beperkt, in Elsenborn viel op de 13e 2,1 mm, in Mont Rigi was dat 2,5 mm. Ook op de 16e en 17e kon een zwakke storing vanover Frankrijk tot over onze streken doordringen met tijdelijk wat neerslag, vooral in de zuidelijke landshelft. Vanaf de 18e drukte de anticycloon over Skandinavië en Rusland opnieuw zijn stempel op ons weer met droge luchtaanvoer en soms zeer lage luchtvochtigheden en dit duurde verder tot rond de 23e. Op de 24e trokken in de loop van de dag een aantal buien doorheen het land verbonden aan een koufront, in Elsenborn viel 10 mm, in Mont Rigi 15,8 mm. Tussen de 24e en de 28e beïnvloedde een lagedrukzone tussen Ijsland en West-Europa ons weer, tegen de 28e loste de lagedrukkern op over de Benelux. Er was geregeld eens wat neerslag, maar grote hoeveelheden bleven uit.
De laatste dagen van april en eerste dag van mei verliepen overwegend droog, nadien kwam het weer opnieuw onder lagedrukinvloed. Op de 2e passeerde een koufront dat vooral in de zuidelijke landshelft hier en daar wat meer neerslag opleverde (Gosselies: 21 mm). In de nacht van de 3e op de 4e mei trok een volgende storing doorheen het land met naast regen ook sneeuw in Hoog-België, niet enkel in de Hoge Ardennen / Hoge Venen, maar ook in de streken > 200 meter, zelfs op lagere hoogte werd in de ochtend tijdelijk wat smeltende sneeuw gezien (Gosselies, Bièrset). Op de 4e volgden nog een aantal voorjaarsbuien, in de Ardennen bleef de neerslag winters van karakter hoewel het sneeuwdek toch grotendeels verdween.
De dagen nadien bleef het wisselvallige weer aanhouden, in de nacht van de 10e op de 11e en op de 11e trok een kleine depressiekern van Frankrijk over Luxemburg richting Duitsland, de eraan verbonden storing gaf slechts weinig neerslag in de noordelijke landshelft maar neerslag van betekenis in het zuiden van het land, in Buzenol was het dagtotaal van de 10e en 11e respectievelijk 23 mm en 15 mm, in Aubange 19,5 mm en 17 mm. Nadien breidde het hogedrukgebied over de Britse Eilanden zich uit over onze streken zodat het tussen de 12e en de 16e droog bleef. Vanaf de 16e - 17e verdween de hogedrukinvloed en kwam een vlak lagedrukgebied over West-Europa te liggen wat af en toe neerslag met zich meebracht. De situatie van de 19e is vermeldenswaardig: aanvankelijk viel vooral regen langs de Franse grens en in het westen van het land, in de loop van de namiddag ontstonden in de warme lucht over het noordoosten van het land een aantal intense buien. In Bree viel ruim 56 mm neerslag. Een tweede onweersgebied trok vanover de Hoge Venen richting het zuidelijke deel van het centrum van het land. In Mazy (Gembloers) werd ruim 50 mm gemeten. De felle buien gaven op een aantal plaatsen aanleiding tot wateroverlast en modderstromen.
Vanaf de 21e stabiliseerde de atmosfeer door toedoen van een hogedrukwig, tot de 24e bleef de hoge druk ons weer bepalen waardoor het vrijwel overal droog bleef. Op de 25e trok een hoogtedepressie doorheen ons land met regen gevolgd door een aantal (soms intense) buien. In de nacht van de 26e en 27e trok een koufront doorheen het land; Op de 28e trok een hoogtetrog over en bevonden wij ons in polaire, onstabiele zeelucht, met soms felle buien, vooral in het centrum en het oosten van het land. In Melsbroek viel 33 mm neerslag, in Gosselies 20 mm en in Kleine Brogel 14 mm.
De laatste dagen van de lente werd het weer bepaald door een uitloper van het hogedrukgebied der Azoren, er was soms nog veel bewolking maar de neerslag bleef erg beperkt.

21 april 2019: zonnige en warme voorjaarsdag (Melle) met temperaturen tot 24 °C - 25 °C op vele plaatsen
 Foto: Koen Vandenbussche

Tabel 3 : neerslaghoeveelheid per decade te Ukkel (in l/m²) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
 Maart 45,6  39,4  0,5 
 April 23,4 0,0  12,6 
 Mei 30,2  7,8  17,0 

Het aantal neerslagdagen te Ukkel was met 44 normaal (gemiddeld: 49 d) : in de maand april was de neerslagfrequentie met 8 aan de lage kant (ref. periode 1981-2010: 15 d); maart en mei telden elk 18 dagen met neerslag (ref. periode 1981-2010: 17,8 d en 15 d). De langste periode zonder neerslag in Ukkel vinden we terug van 10 t/m 23 april (14 opeenvolgende dagen), van 19 maart t/m 1 april viel er amper neerslag (< 1 mm). De langste periode van opeenvolgende dagen met neerslag deed zich voor van 1 t/m 18 maart.

In Ukkel viel geen sneeuw de voorbije lente (ref. periode 1981-2010: 4,4 sneeuwdagen). Het was de 9e keer (sinds 1901) dat er in Ukkel geen sneeuw werd gezien tijdens de lente.
In het land was de neerslag in maart en april vergezeld van sneeuw op respectievelijk 10 dagen en 3 dagen. In Mont Rigi werd op 11 maart 3 cm sneeuw gemeten en op 14 april 2 cm.
De meeste sneeuw viel dit voorjaar echter in mei. Tijdens deze maand bestond de neerslag nog geheel of gedeeltelijk uit sneeuw gedurende 2 dagen.
Op 4 mei bracht een storing sneeuw in verschillende streken in Hoog-België: in de Hoge Venen viel tussen 5 en 10 cm sneeuw, dit is opmerkelijk maar geen record. Op 4 mei 1979 lag er tot 12 cm in Mont Rigi (673 m hoogte), op 2 mei 1909 mat men 12 cm in Hestreux (Hertogenwoud) op 452 m hoogte en op diezelfde dag 9 cm in Hockay op 536 m hoogte.
Veel zeldzamer is het gesloten sneeuwdek (van meerdere centimeters) dat op verschillende plaatsen tot stand kwam in de gebieden in Hoog-België gesitueerd tussen 200 m en 400 m hoogte. Zo werd in Herve tot 3 cm sneeuw gemeten. We moeten wellicht terugkeren naar 4 mei 1979 om dergelijke sneeuwdiktes terug te vinden in deze gebieden (200 m - 400 m hoogte) begin mei.

31 mei 2019: Mont (Malmédy) op de laatste dag van de weerkundige lente
Foto: Alexis Papapanayotou

Tabel 4: neerslaghoeveelheden gedurende de lente 2019 (in l/m²)

   Maart  April  Mei  Lente
Assebroek 85,6  25,9  50,2  161,7 
Lichtervelde 73,9  25,2  42,2   141,3 
Kapelle-op-den-Bos 76,0  30,1  44,9  151,0
Ukkel 85,5  36  55  176,5 
Buizingen 83,5  36,7  48,9  169,1 
Ransberg 69,8  15,5  42,0  127,3 

4 Zonneschijnduur

De lente was normaal voor deze parameter met een totale zonneschijnduur te Ukkel van 489,7 uur (ref. periode 1981-2010: 464 uur).
In maart was de zonneschijnduur met 106,6 uur normaal (ref. periode 1981-2010: 114 uur) maar er waren wel behoorlijke verschillen tussen de eerste en de tweede helft van de maand: in de periode 1-15 maart scheen de zon 18,9 uur, in de periode 16-31 maart zagen we de zon 87,6 uur, vooral in de laatste decade kregen we enkele zonnige voorjaarsdagen (21,22,24,29 en 30 maart met telkens minstens 10 uur zon).  

Ook in mei was de zonneschijnduur met 182,3 uur normaal (ref. periode 1981-2010: 191 uur). De zonnigste dagen deden zich voor van de 13e t/m de 16e en op de 23e en 24e.

April was met 200,8 uur zon de zonnigste van de 3 lentemaanden
(ref. periode 1981-2010: 159 uur). Het meest uitgesproken zonnige tijdvak van april (en van de lente) was de periode 18-22 april (5 opeenvolgende dagen) met 61,8 uur zon in Ukkel. 

Tabel 5 : zonneschijnduur  per decade te Ukkel (in uren) - bron: K.M.I.

Ukkel Eerste Decade Tweede Decade Derde Decade
Maart  14,8 23  68,8 
April  50 84,4  66,4 
Mei  35,8  68,9  77,7 


22 maart 2019 : zonnige lentedag in Sint-Truiden, met temperaturen tot zo'n 20 °C
Foto: Koen Vandenbussche

466 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter