Lente 2016
De lente van 2016 was in Ukkel normaal op vlak van temperaturen, neerslagtotaal en -frequentie en zonneschijnduur.
1. De temperatuur
De afgelopen lente was in Ukkel enigszins aan de koele kant : de gemiddelde temperatuur bedroeg 9,3 °C (normaal: 10,1 °C).
Vooral de maanden maart en april waren koel met een gemiddelde temperatuur van respectievelijk 5,3 °C en 8,5 °C (ref. periode 1981-2010: respectievelijk 6,8 °C en 9,8 °C) maar de afwijkingen waren normaal. In mei bedroeg het gemiddelde 14,2 °C (ref. periode 1981-2010: 13,6 °C).
In het begin van de lente kregen we te maken met polaire zeelucht: dit werd veroorzaakt door depressies met kern over de Britse Eilanden, de Noordzee, onze streken of Zuid-Skandinavië enerzijds en soms ook mede door de uitbreiding van uitlopers van hogedrukgebieden : de maxima in het binnenland lagen meestal tussen 5 °C en 8 °C, op 6 en 7 maart bereikte het maximum in Ukkel respectievelijk 4,7 °C en 5,2 °C, op de Hoge Venen lagen de maxima tussen 3 en 8 maart rond het vriespunt. De minima lagen in deze periode rond of net onder het vriespunt, soms werd het nog wat kouder (wanneer een uitloper van hogedruk voor wat rustiger weer zorgde met opklaringen): op de 1e van de maand vroor het iets harder met -3,2 °C in Ukkel -6,1 °C in Kleine Brogel en Koersel en tot -11,2 °C in Elsenborn.
In de loop van de 9e en 10e breidde een hogedrukgebied over de Oceaan zich stilaan uit naar het noordoosten en versmolt met een hogedrukgebied over Skandinavië, de lucht kwam bij ons dan ook geleidelijk aan uit het noordoosten : ondanks de zon bereikten de temperaturen overdag hoogstens 10 °C in Laag- en Midden-België, maar soms bleven we daar ook onder, gedurende de nacht koelde het vrij goed af met ochtendtemperaturen rond of onder het vriespunt, in Elsenborn was het minimum op de 10e -8,7 °C (in aanwezigheid van een sneeuwlaag).
Ook gedurende de tweede decade bleef het relatief fris en bereikten de maximale temperaturen hoogstens 10 °C à 11 °C in Laag- en Midden-België, vooral op de 17e haalden de maxima bij veel zon meer dan 10 °C op verschillende plaatsen (11,8 °C in Kleine Brogel en lokaal 12 °C à 13 °C in de zuidelijke landshelft). Bij nachtelijke opklaringen daalden de minima op vele plaatsen tot onder het vriespunt: op de 12e was het minimum in Elsenborn -6,8 °C, in Kleine Brogel -4,1 °C , op de 18e in Elsenborn -6,0 °C.
Op de 18e werd door de westwaartse verplaatsing van een hogedrukkern van Schotland naar de nabije Oceaan de droge continentale lucht vervangen door vochtigere lucht uit het noorden waardoor de dagtemperaturen in het noorden en centrum van het land ruim onder 10 °C bleven (Ukkel: 7,5 °C, Genk en Gorsem: respectievelijk 5,8 °C en 5,4 °C) terwijl in het zuiden van het land - waar de bewolking slechts veel later toenam - maxima van ruim boven 10 °C werden opgemeten (Buzenol: 13,4 °C, Aubange: 15 °C). Op de 19e had de koelere lucht heel het land ingepalmd met ook in het uiterste zuiden gevoelig lagere maxima (Buzenol en Aubange noteerden nu een maximum van respectievelijk 6,5 °C en 6,2 °C, Ukkel 6,5 °C).
Doordat er meer bewolking was, stegen de minima wel in vergelijking met de dagen voordien, overdag bleef het echter wel erg kil op de 20e en 21e met maxima van hooguit 10 °C. Pas tijdens de laatste week van de maand liepen de temperaturen wat op doordat we in een zuidwestelijke luchtaanvoer kwamen, de 26e was de warmste dag van de maand (zuidelijke luchtaanvoer aan de voorzijde van een storing ten westen van onze streken) met maxima tussen 14 °C en 16 °C in Laag- en Midden-België (Ukkel: 14,6 °C, Angleur: 16,1 °C, Deurne: 16,3 °C).
Na nog een kille dag op 31 maart (maximum in Ukkel van 8,5 °C, slechts 2,5 °C in Mont Rigi) gingen de temperaturen in stijgende lijn begin april, aan de oostelijke flank van een lagedrukgebied dat zich uitstrekte van de Britse Eilanden tot aan de golf van Biskaje werd warme lucht naar onze streken gevoerd, op verschillende plaatsen in Laag- en Midden-België werd op 3 april voor het eerst dit jaar meer dan 20 °C waargenomen: Koersel haalde 21,1 °C, Deurne en Kruishoutem 21 °C, Kleine Brogel 20,8 °C, zelfs aan de kust was het warm met 20 °C in Koksijde, in Ukkel haalden we de 20 °C-grens niet met een maximum van 19,1 °C. Na de 3e daalden de temperaturen tot dicht bij het langjarig gemiddelde en dit bleef min of meer zo tot aan het einde van de tweede aprildecade, hoewel het op de 11e en de 12e toch weer wat warmer werd, op de 11e zelfs tot 22 °C in Kleine Brogel en 22,4 °C in Koersel.
Op de 21e kregen wij nog een warme dag met temperaturen tussen 18 °C en 20 °C op vele plaatsen, lokaal werd de 20 °C overschreden: in Koersel en Kleine Brogel bereikte het maximum 20,7 °C en 20,4 °C, in Dourbes zelfs 21,8 °C, in Ukkel opnieuw net niet met 19,6 °C.
De dagen nadien gingen we er thermisch flink op achteruit...
21 april 2016: warme voorjaarsdag in het Hallerbos met temperaturen tot rond 20 °C.
De dagen nadien werd het een stuk kouder ...
Foto : Willem Gies
Op de 22e lagen de temperaturen al wat lager met maxima meest tussen 13 °C en 15 °C (nog 16 °C à 17 °C in het zuiden van het land) en vanaf de 23e kwamen we in koude polaire zeelucht terecht. Op het niveau 500 hPa bereikten de temperaturen waarden tot -35 °C of iets lager, en op 850 hPa tot zo'n -6 °C. Ook op gewone waarnemingshoogte (1,5 meter) vertaalde zich dit in lage temperaturen: van de 23e tot en met de 29e werd het in Ukkel geen enkele keer meer dan 10 °C: op de 24e was het maximum 7 °C (na 19,6 °C 3 dagen eerder !) en op de 26e slechts 6,5 °C. In Hoog-België lagen de temperaturen overdag vaak rond of iets boven het vriespunt, het maximum van de 26e was in Mont Rigi amper 0,3 °C, opmerkelijk laag hoewel er ook in het verleden al dergelijke maxima werden genoteerd in de Hoge Ardennen / Hoge Venen eind april/begin mei (0 °C op 24 april 1976 en op 2 mei 1979 in Mont Rigi, 0,1 °C op 26 april 1989 in Saint-Hubert).
Ook de nachten waren fris in de laatste week van april, de koudste nacht was over het algemeen de nacht van 27 op 28 april (door nachtelijke opklaringen) met in Ukkel een minimum van -0,7 °C, in Genk en Kleine Brogel respectievelijk -1,7 °C en -1,5 °C. In Mont Rigi bereikte het minimum -3,2 °C, in Bièvre -3,4 °C en in Saint-Hubert -3,7 °C.
Voor Ukkel was deze laattijdige nachtvorst opmerkelijk; om een latere datum met vorst in de lucht terug te vinden in Ukkel, moeten we al terugkeren naar 3 mei 1981, toen was het minimum -1,0 °C.
Het hoeft niet te verwonderen dat de laatste decade van april erg koud is verlopen : de gemiddelde temperatuur over deze tiendaagse periode bedroeg te Ukkel 6,4 °C (ref. periode 1981-2010: 11,8 °C). We moeten terugkeren naar 1985 om een lager gemiddelde terug te vinden: over de laatste 10 dagen van april 1985 was de gemiddelde temperatuur 6,1 °C. We blijven wel nog ver verwijderd van het record uit 1901 met 5,1 °C.
We merken ook nog op dat de eerste 10 dagen van april opmerkelijk warmer zijn geweest dan de laatste 10 dagen van de maand (zie tabel 1 verder).
Begin mei werd het weer stabiel met geleidelijk aan oplopende temperaturen. Op de 1e stegen de maxima naar 13 °C tot 15 °C op vele plaatsen, na een koude ochtend met temperaturen op vele plaatsen net boven het vriespunt, vooral in het westen door de opklaringen: zo was het minimum in Koksijde 0,9 °C, in Essen 0,0 °C, in Beitem en Passendale respectievelijk 0,6 °C en 0,7 °C. Op de 2e bereikten de temperaturen al 17 °C tot 19 °C. Na een tijdelijke terugval op de 3e (na de passage van een koufront) ging het verder in stijgende lijn op thermisch vlak: op de 5e haalden de maxima al 19 °C tot 20 °C, nadien werd het warmer: tussen een lagedrukgebied met belangrijkste kern ten westen van het Iberisch Schiereiland en een hogedrukgebied met kern nabij de Baltische Staten werd warme lucht uit het zuidoosten over ons land aangevoerd, zodat we op de 6e tussen 20 °C en lokaal al nipt 25 °C haalden. Van de 7e tot de 9e bereikten de maxima op vele plaatsen de zomerse grens van 25 °C of meer : op de 8e in Essen 27,8 °C en in Semmerzake 27,5 °C, zelfs aan de kust was het zomers warm weer met 26,7 °C in Koksijde en 26 °C in Middelkerke. Ook van de 10e t/m de 13e bleef het warme weer aanhouden met temperaturen boven 20 °C op vele plaatsen, soms nog tot boven 25 °C (in Kleine Brogel op de 11e en de 12e respectievelijk 26,5 °C en 26,8 °C). Vanaf de 7e waren ook de nachten aan de warme kant, in de nacht van 9 op 10 mei daalden de temperaturen op veel plaatsen niet onder 14 °C à 15 °C in Laag- en Midden-België (Ukkel: 14,7 °C; Retie: 15,2 °C; Stabroek en Sint-Katelijne-Waver: 15,6 °C; Essen: 15,8 °C).
Nadien kwam er een belangrijke en plotse temperatuurdaling: aan de oostelijke flank van een hogedrukgebied met kern over Ijsland werd geleidelijk aan koele lucht aangevoerd uit het noorden in de loop van de 13e, op de 13e was het nog warm maar in de nacht naar de 14e toe bereikte de koele lucht ons land, op de 14e lagen de maxima dan ook 10 °C tot 12 °C lager dan de dagen voordien met maxima van 11 °C tot 13 °C in de lage streken en 8 °C tot 9 °C in Hoog-België (in Ukkel op de 13e en 14e maxima van respectievelijk 22,3 °C en 11,8 °C, in Elsenborn was dat 20,2 °C en 9 °C). Op de 15e en 16e bleven wij onder invloed van relatief koele lucht. De nachten werden eveneens een stuk frisser, het minimum van de 15e bedroeg 4 °C te Ukkel, in het zuiden van het land lagen de minima rond het vriespunt met 0,0 °C in Aubange en -0,1 °C in Buzenol.
Vanaf de 17e kwamen we stilaan in zachtere lucht terecht met oplopende temperaturen, op de 21e was het zelfs behoorlijk warm (aan de voorzijde van een storing ten westen van onze streken werd warme maar vochtige lucht aangevoerd) met maxima tussen 22 °C en 24 °C. De volgende dagen verliepen terug frisser, er was ook veel bewolking zodat de maxima hooguit 15 °C à 16 °C haalden. Tussen de 26e en de 28e kwamen de maxima weer boven 20 °C uit, maar de lente werd fris afgesloten, vooral op de 30e met veel bewolking en regen was het kil met maxima tussen 13 °C tot 16 °C in de meeste streken.
Tabel 1 : gemiddelde temperatuur per decade te Ukkel (in °C) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 3,2 | 4,7 | 7,6 |
April | 9,8 | 9,3 | 6,4 |
Mei | 14,4 | 13,3 | 14,8 |
2 Aantal dagen met karakteristieke temperatuur
Het aantal vriesdagen (Min < 0 °C) bedroeg te Ukkel 11 (ref. periode 1981-2010: 7,5 dagen). In de maand maart waren er 10 vriesdagen, de laagste temperatuur werd gemeten op de 1e met -3,2 °C. Ook op 28 april kregen we nog een late vriesdag.
Te Ukkel waren er 12 warme dagen (Max >= 20 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 14,2 dagen). Er waren 8 opeenvolgende warme dagen van 6 t/m 13 mei, en ook op 21 mei en van 26 t/m 28 mei was het telkens meer dan 20 °C in Ukkel. De eerste warme dag van dit jaar viel dus op 6 mei (voor Ukkel).
Op andere plaatsen in het land werden ook al 1 tot 3 warme dagen waargenomen in de maand april. Op 3 april was dat op verschillende plaatsen het geval, zelfs lokaal aan de kust; ook op 11 en 21 april bereikten de maxima op een aantal plaatsen meer dan 20 °C.
Te Ukkel waren er bovendien 2 zomerse dagen (Max >= 25 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 3,1 dagen): 7 en 8 mei. Op die 2 meidagen was het op de meeste plaatsen in het land zomers warm, behalve op de Ardense Hoogten. Het absoluut maximum van de lente werd in Ukkel bereikt op 8 mei met 25,9 °C.
In Kleine Brogel en in Koersel noteerde men in totaal respectievelijk 7 en 6 zomerse dagen in mei, ze vielen allemaal in de warme periode in de eerste helft van de maand.
Tabel 3 : aantal vriesdagen, laagste minimum, datum laagste minimum
Plaats | Aantal Vriesdagen |
Absoluut
minimum
|
Datum abs min |
Koksijde | 5 | -1,8 °C | 01/03/2016 |
Beitem | 4 | -1,9 °C | 01/03/2016 |
Lichtervelde | 12 | -2,9 °C | 01/03/2016 |
Ukkel | 11 | -3,2 °C | 01/03/2016 |
Ransberg |
15 |
-4,5 °C |
01/03/2016 |
Voor Koksijde werd het aantal vriesdagen bepaald op basis van de minima gemeten in de periode 18 uur UTC - 6 uur UTC, voor de andere plaatsen op basis van de minima gemeten in de periode 8 uur LT - 8 uur LT
3 De neerslag
In Ukkel bedroeg het neerslagtotaal van de afgelopen lente 226,3 mm (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm). Het teveel is normaal.
Ook in de afzonderlijke maanden maart, april en mei was het neerslagtotaal normaal met respectievelijk 82,4 mm; 65,6 mm en 78,3 mm (ref. periode 1981-2010: respectievelijk 70 mm; 51,3 mm en 66,5 mm).
De natste decade van de lente was de periode 21-31 mei met in Ukkel 65,7 mm, wat overeenkomt met een gemiddelde maandsom voor mei. De eerste 20 dagen van de maand waren juist droog met in totaal 12,6 mm (zie ook tabel 4 hieronder) waardoor het maandtotaal voor Ukkel toch dicht tegen het langjarig gemiddelde lag.
De natste dag in mei was de 30e met 35,7 mm in Ukkel. Op die 30e mei trok een lagedrukzone van het westen van Duitsland via ons land naar Frankrijk. De zéér actieve neerslagzone (waarin ook onweders verscholen zaten) hieraan verbonden zorgde voor bijzonder grote neerslaghoeveelheden in een aantal regio's. De meest opmerkelijke waarden werden gemeten in het centrale deel van West-Vlaanderen met 93,5 mm in Roeselare, 90,3 mm in Wingene en 87,9 mm in Beitem. Ook in delen van de Westhoek viel behoorlijk wat neerslag met 72 mm in Poperinge en 68,7 mm in Boezinge (Ieper). Doordat over een relatief groot gebied veel neerslag viel, gaf dit aanleiding tot (zware) wateroverlast, onder andere in de ruime omgeving van Roeselare, in Dadizele en in Ieper en omgeving.
Ook buiten de provincie West-Vlaanderen werden lokaal grote dagsommen gemeten, zoals 81,4 mm in Zomergem, 64,5 mm in Bassevelde, 60,5 mm in Brecht en 60 mm in Westmalle en Poppel (bron: KMI).
De dagen voordien waren er al onweersbuien met lokaal veel neerslag : op de 27e was dit voornamelijk zo in de zuidelijke landshelft en in het oosten met dagtotalen van 34 mm in La Hestre, 32,2 mm in Gembloers, 29,7 mm in Angleur en 36,9 mm in Genk. In de omgeving van Riemst en Maasmechelen viel lokaal nog veel meer neerslag, met overlast tot gevolg. Op de 28e waren de onweersbuien vooral actief in de Ardennen en in het oostelijk deel van Vlaanderen, met onder andere overlast in de Kempen. Op de 29e viel er overal wel wat neerslag, maar de grootste totalen werden opnieuw genoteerd in de oostelijke landshelft, vooral het Luikse kreeg het zwaar te verduren met in Bièrset 51 mm neerslag.
Ook op 22 mei viel neerslag van enige betekenis in verschillende streken : een golvende storing verbonden aan een lagedrukgebied met kern ten westen van Noorwegen beïnvloedde ons weer en zorgde voor nogal wat neerslag: in Ukkel viel 13,8 mm, maar in Semmerzake werd 25 mm gemeten, in Dourbes 25,8 mm, in Florennes 32 mm en in Deurne 33 mm. Ook op de 23e bepaalde deze storing nog deels ons weer, in Mont Rigi viel nog 32,9 mm, samen met het totaal van 16,8 mm van de 22e gaf dit 49,7 mm binnen 48 uur.
Voor het geheel van de maand mei merken we op dat de neerslaghoeveelheden zeer sterk varieerden rond de normaalwaarden. In verschillende streken viel tussen 60 % en 100 % van de normaalwaarde, maar in de regio's die getroffen werden door intense regens op de 30e viel op een aantal plaatsen tot meer dan het dubbele van het normaal maandtotaal (meerbepaald gaat het hier om een gebied dat zich uitstrekt van de Antwerpse Kempen over Antwerpen, Gent, Roeselare tot in de Westhoek en de Franse grens). We zien ook een belangrijk teveel in het oosten van Limburg, voornamelijk ten gevolge van de grote neerslaghoeveelheden de 27e in die regio.
Naast een kletsnat slot kende de lente tevens een vrij natte start met de eerste week behoorlijk wat neerslag, in Ukkel bedroeg het totaal over de eerste 7 dagen 41,3 mm, in Mont Rigi (nabij Botrange) was dat 82,1 mm.
Na een stabiele periode in de tweede decade viel er opnieuw wat neerslag vanaf de 20e. Meer neerslag (en ook meer wind) kregen we aan het einde van de maand: in de nacht van de 26e op de 27e passeerde een storing, nadien kregen we te maken met koude bovenluchten waardoor makkelijk buien ontstonden, soms felle buien met onweer. De laatste dagen van de maand beïnvloedde een actieve storing verbonden aan een lagedrukkern over Frankrijk vooral het zuiden van het land met daar dan ook de belangrijkste neerslagsommen: op de 31e noteerde men 31,6 mm in Bièvre, 27 mm in Saint-Hubert en 25,8 mm in Gouvy.
In de maand april concenteerde de meeste neerslag zich rond het midden van de maand en in de derde decade. Van de 11e tot de 16e kregen we onstabiele zuidwestelijke luchtstromingen waarbij koude bovenluchten geregeld buien deden ontstaan. Van de 13e t/m de 17e viel in Ukkel 25,9 mm neerslag.
De laatste 10 dagen verliepen erg fris (zie hoger) en sterk wisselvallig met op de meeste dagen neerslag, vooral van de 24e t/m de 26e, op de 25e werd 22,5 mm gemeten in Mont Rigi en Aubange en 29 mm in Buzenol.
Tabel 4 : neerslaghoeveelheid per decade te Ukkel (in l/m²) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 41,3 | 1,9 | 39,2 |
April | 6,9 | 26,3 | 32,4 |
Mei | 11,7 | 0,9 | 65,7 |
7 maart 2016: tot 35 cm sneeuw op het plateau van de Hoge Venen, zoals hier in de omgeving van Botrange
Foto: Alexis Papapanayotou
Het aantal neerslagdagen bedroeg te Ukkel 51 (gemiddeld: 49 d) en was hiermee normaal: in maart en april viel meetbare neerslag (>=0,1 mm) op respectievelijk 18 en 20 dagen, in mei was de neerslagfrequentie wat lager met 13 neerslagdagen.
De langste periode zonder neerslag deed zich in Ukkel voor van 8 t/m 19 maart (12 opeenvolgende dagen). In mei waren er nog 2 periode's van 6 dagen zonder neerslag, van de 3e t/m de 8e en van de 13e t/m de 18e.
De neerslag was te Ukkel geheel of gedeeltelijk vergezeld van sneeuw op 6 dagen (ref. periode 1981-2010: 4,4 sneeuwdagen): op 3, 4 en 7 maart en op 26, 27 en 28 april.
Tijdens de eerste week van de maand maart kregen wij te maken met onstabiele polaire zeelucht waarin geregeld buienlijnen voorbijtrokken met naast regen ook hagel en smeltende sneeuw, in de Ardennen en de Hoge Venen viel sneeuw van enige betekenis. Op de 4e en 5e werd al tot 16 cm gemeten in Mont Rigi, op 7 maart werd de maximale sneeuwdikte van de lente gemeten met 35 cm in Mont Rigi en in Sourbrodt (deze sneeuwdikte was eveneens belangrijker dan de maximale sneeuwdikte gemeten in de weerkundige winter die de maanden december, januari en februari omvat). Gedurende gans de tweede decade van maart lag er sneeuw in de Hoge Venen, het weer was droog met temperaturen (soms ruim) boven het vriespunt overdag, maar met nachtvorst, en mede door de droge lucht nam de dikte van de sneeuwlaag slechts geleidelijk aan af, tegen de 22e werden enkel nog sneeuwresten waargenomen in Mont Rigi.
Ook in Laag- en Midden-België werd op een aantal plaatsen sneeuw op de bodem gezien in de ochtend van 7 maart (na nachtelijke sneeuwbuien, vooral in het westen en noorden), in Ukkel ging het slechts om sneeuwsporen, maar op een aantal plaatsen niet ver van de hoofdstad werd wel sneeuw waargenomen zoals in Eigenbrakel en Lasne (provincie Waals-Brabant), de sneeuw in de lage streken verdween wel overal zeer snel.
Op de laatste dag van de maand maart viel de laatste neerslag uit een actieve storing in de Hoge Venen als sneeuw zodat er in Mont Rigi tijdelijk tot 7 cm sneeuw kwam te liggen, ook in de ochtend van 1 april was dat sneeuwdek nog intact, maar nadien smolt de sneeuw af.
Een volgende periode met sneeuw in Hoog-België kwam er dan in de koude laatste week van de maand april : op de 24e viel er al smeltende sneeuw en sneeuw, de dagen nadien kwam er sneeuw van betekenis voor deze tijd van het jaar die bovendien enkele dagen bleef liggen: in Mont Rigi werd op de 26e 12 cm gemeten, op de 27e 19 cm en op de 28e zelfs 21 cm (bron: K.M.I.). Dit is opmerkelijk, hoewel er ook in het verleden al sneeuw viel in deze periode van het jaar: op 28 en 29 april 1985 bereikte de sneeuwlaag 12 cm in Saint-Hubert.
Ook in de maand mei is sneeuw in de hoogste delen van het land al verschillende keren voorgekomen, zij het dat de hoeveelheden dan wel beperkter zijn. In het recente verleden onthouden we nog de lichte besneeuwing in de Hoge Venen op 23 en 24 mei 2013.
In de laatste week van de afgelopen maand april waren er ook flinke voorjaarsbuien in Laag- en Midden-België met regen, hagel en soms wat smeltende sneeuw.
Tabel 6: neerslaghoeveelheden gedurende de lente 2016 (in l/m²)
Maart | April | Mei | Lente | |
Assebroek | 78,2 | 54,9 | 78,5 | 211,6 |
Lichtervelde | 105,4 | 61,6 | 96,3 | 263,3 |
Ukkel | 82,4 | 65,6 | 78,3 | 226,3 |
Buizingen | 84,4 | 59,9 | 84,5 | 228,8 |
Ransberg |
51,5 | 62 | 69 | 182,5 |
4 Zonneschijnduur
De totale zonneschijnduur bedroeg te Ukkel 453,9 uur (ref. periode 1981-2010: 464 uur).
Ook in de 3 lentemaanden afzonderlijk lag de zonneschijnduur zeer dicht bij het langjarig gemiddelde met respectievelijk 112,8 uur ; 145,1 uur en 196 uur zonneschijn voor maart, april en mei (ref.periode 1981-2010: respectievelijk 114 uur, 159 uur en 191 uur).
Wel werden zonnige tijdvakken afgewisseld met sombere in de loop van het voorjaar (zie tabel 7). Zo was de tweede decade van maart aan de zonnige kant (stabiele periode met bovendien weinig neerslag: zie tabel 4).
De laatste decade van april was nogal somber, maar werd gevolgd door een bijzonder zonnige periode - de zonnigste van de afgelopen lente - in de eerste helft van de maand mei met over de eerste 13 dagen 133,4 uur zon, hetzij gemiddeld meer dan 10 uur zon per dag dus ! Over de eerste meidecade (1-10 mei) bereikte het totaal 106 uur (ref. periode 1981-2010: 56,6 uur).
Tabel 7 : zonneschijnduur per decade te Ukkel (in uren) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 23,5 | 60,9 | 28,4 |
April | 51,4 | 60,3 | 33,4 |
Mei | 106 | 53 |
37 |
26 april 2016: opmerkelijke sneeuwlaag in de Hoge Venen voor eind april
Foto: Alexis Papapanayotou
{jumi [staticfiles/climatology/comp_season_nl.php][2016][PRI][75][125]}
Maart 2016 :
Zie ook : Waarnemingen maart 2016
April 2016 :
Zie ook : Waarnemingen april 2016
Mei 2016 :
Zie ook : Waarnemingen mei 2016