Waarschuwingen
Waarschuwingen

Indian Summer ? Ja, maar niet in België !

De 'Indian Summer' bestaat niet in België, maar...

In de herfst, van september tot november, gebeurt het vaak dat we een relatief zachte en mooie periode krijgen tussen 2 periode's met grijs herfstweer (met regen en wind). In de media wordt dan al snel gesproken over 'Indian Summer'. Maar de 'Indian Summer' bestaat helemaal niet in Europa ! Hieronder wat meer verduidelijking:

mb_hr_blue_ball.gif

 

L'été indien (die we vooral kennen door het nummer van Joe Dassin), bestaat enkel in Noord-Amerika - zoals Joe Dassin het trouwens ook zingt - en komt later in de herfst voor, eind oktober of in novmeber na een eerste periode van nachtvorst : we krijgen dan enkele dagen zonnig en droog najaarsweer met temperaturen duidelijk boven het langjarig gemiddelde.

In Europa kunnen we niet spreken van 'Indian Summer', maar er bestaan wel 3 andere termen om aangenaam nazomerweer te beschrijven in de maanden september, oktober en november.

In september spreken we in Europa van de 'Oudewijvenzomer' (Altweibersommer), in oktober van 'Goldener Oktober' en in november over de 'Sint-Maartenszomer' (rond 11 november).

1. Oudewijvenzomer (Altweibersommer)

Deze benaming is niet gekend in Wallonië, weinig gekend in Vlaanderen maar wel zeer gekend bij onze Noorderburen, in Nederland (Oudewijvenzomer) en zeker in Duitsland (Altweibersommer).

Het is een soort korte terugkeer van de zomer in de tweede helft van september (tussen de 17e en de 25e), na een eerste episode met echt herfstweer. Het is mooi en zacht met veel licht, soms wat nevel, en temperaturen in de buurt van 25 °C. In de Duitse verbeeldingswereld ziet men de dames van een zekere leeftijd genieten van gebak op de terrassen van theesalons, in de zonnestralen, die niet te sterk noch te zwak zijn.

Het gaat nochtans om een etymologische vervorming. "Altweibersommer" komt niet van het Duitse substantief "Weiber" (vrouwen) maar van het oude Germaanse werkwoord "weiben" (weven - voor de spinnen). Het gaat om het seizoen waar de jonge spinnen lange webben weven, zeer goed zichtbaar door de goede helderheid in dit seizoen.

Soms associeert men deze periode met oude vrouwen die destijds voor het laatst in het seizoen buiten weefden in deze periode van het jaar, voor de deur van hun huis. Anderen zagen een mythologische oorsprong. 

Wat er ook van zij, het gaat om een steeds terugkerend fenomeen in West- en Centraal-Europa, dus ook in België. Een beetje te vergelijken met de Ijsheiligen in de maand mei. En zoals de Ijsheiligen, komt het fenomeen niet steeds voor op exact dezelfde datum, zoals de traditie het wil, maar soms wat vroeger en andere jaren wat later.

Indien we enkel de periode tussen 17 en 25 september beschouwen (traditionele periode), komt het fenomeen maar 1 keer op 3 voor. Indien we de periode tussen half september en half oktober nemen, dan stellen we vast dat het zich al voordoen in 2 jaren op 3, dus frequenter.

Het fenomeen heeft zich 'op tijd' voorgedaan (lees: in de traditionele periode) en was uitgesproken in de jaren 1970, 1980, 1983 en 1993 waarbij we een terugkeer kregen van aangenaam en zonnig weer nadat eerder de echte herfst (met ook al lagere temperaturen) reeds zijn intrede had gedaan. In al de bovenvermelde jaren bereikte het maximum 25 °C à 26 °C gedurende één of twee dagen terwijl de zonnige periode nog wat langer duurde. Dit najaar kregen we ook enkele zomerse dagen in de tweede helft van september, maar deze periode is niet vooraf gegaan door een koele en erg wisselvallige periode in de eerste helft van de maand (tenzij we de tweede helft van augustus meerekenen, daar maakten we inderdaad al kennis met een periode die niet zou misstaan in een septembermaand). In 2006 kregen wij een zeer warme en aangename septembermaand na een echte 'herfstmaand augustus', de verschillen tussen beide maanden waren toen nog een stuk meer uitgesproken dan dit jaar.  

In zeer zeldzame gevallen zijn de temperaturen te hoog om te spreken van 'Oudewijvenzomer'. In 2003 bijvoorbeeld werd 29,4 °C bereikt in Ukkel en 31,1 °C in Zaventem op 20 september. In Duitsland lagen de maxima zelfs nog hoger. In die situatie spreken we gewoon van laattijdige hitte. Dit was ook het geval in de jaren 1895, 1947 en 1959.

Hoe verklaren we meteorologisch deze « Altweibersommer » ? Er zijn 3 spelers te onderscheiden: de eerste is de 'Noordelijke Ijszee', die zeer snel afkoelt bij het vallen van de polaire nacht. De tweede 'speler' is de Atlantische Oceaan die op de gematigde breedten slechts heel langzaam afkoelt en dus de opgeslane warmte gedurende de zomer lang bewaart. De derde speler tenslotte is het continent dat snel afkoelt na half september en zeker na de 'equinox'.  

De 2 eerste actoren, de pool en de oceaan, creëren een thermisch contrast tussen elkaar, een contrast dat steeds groter wordt en dat de westcirculatie versterkt. Dit heeft een eerste invasie van Atlantische storingen over onze streken tot gevolg, met een moederdepressie die zich uitdiept nabij Ijsland en het Azorenhoog dat zich geleidelijk aan naar zuidelijker breedten terugtrekt.  

Het continent dat afkoelt werkt de vorming van anticyclonen in de hand. Deze hogedrukgebieden zijn soms voldoende sterk om de westcirculatie naar het noorden te duwen, of de progressie ervan tegen te houden. We hebben dan te maken met een 'blocking', met een hogedrukgebied gesitueerd in het oosten en depressies (eventueel secundaire depressies) geblokkeerd in het westen, op de Atlantische Oceaan. Tussen deze 2 drukgebieden stelt zich een zuidelijke luchtstroming in met lucht afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, die uitdroogt bij passage over de Alpen of de Pyreneëen et die ons mooi warm weer brengt. Doordat de zon al minder kracht heeft en doordat de nachten al langer zijn, krijgen we meestal geen echte hitte meer.  

De lucht op enige hoogte is warm (we hebben al waarden van 19 °C gezien op het 850 hPa-niveau, op 1.610 meter hoogte, op 24 september 1983), maar dicht bij de grond duurt het 's ochtend enige tijd voor de inversies verdwijnen, en de gradiënt blijft in het algemeen zwak, ook in de namiddag. Het weer is dan ook rustig, met weinig of geen cumuli, een beetje droge nevel en over het algmeen veel licht, evenals een groot gevoel van zacht weer. Rond 20 september situeren de temperaturen zich dan veelal tussen 25 °C en 28 °C, en rond 10 oktober tussen 22 °C en 25 °C. De andere parameters veranderen echter weinig tussen half september en half oktober, wat maakt dat de perceptie grosso modo dezelfde blijft.

Typische situatie van een 'Oudewijvenzomer', hier in september 1983: een hogedrukgebied over Oost-Europa, in combinatie met een Atlantische depressie, zorgen voor de aanvoer van zeer zachte lucht over onze streken

 

2. Goldener Oktober en Sint-Maartenszomer

Soms keert het mooie nazomer weer nog later in het seizoen terug, maar in dat geval zijn de karakteristieken en de benaming niet meer dezelfde. In Duitsland spreken we dan over 'Goldener Oktober', bij ons in België - nog wat later - over 'Sint-Maartenszomer', die zicht voordoet rond 11 november.  Het gaat dan om hogedrukgebieden (al dan niet mobiele) die de doortocht van Atlantische storingen over onze streken tijdelijk onderbreken, zij het soms maar voor één dag, zoals dit ook gebeurt in andere seizoenen. Maar het meest opmerkelijke is dat het hier gaat om de laatste keer (voor het winterseizoen) dat we vrij hoge temperaturen bereiken (12 °C à 13 °C of zelfs meer) onder hogedrukinvloed. In de winterperiode krijgen we onder hogedrukinvloed vaak lagere temperaturen (behalve bij inversies waarbij in de Hoge Ardennen, die boven de inversielaag uitkomen, hoge maxima worden bereikt).

De klimaatopwarming die we de laatste jaren kennen heeft uiteraard een invloed op dit fenomeen. De laatste jaren worden temperaturen tot 25 °C (of wat meer) eind september/begin oktober iets frequenter bereikt dan vroeger. Maar het fenomeen op zich blijft onveranderd. Zolang de pool niet volledig is gesmolten en zolang de westcirculatie en de 'blockings' blijven bestaan, zal de 'Altweibersommer' al zijn karakteristieken behouden, op 1 °C of 2 °C na.

"Goldener Oktober"  van 18 oktober 2014 : het hogedrukgebied met kern over de Alpen beschermt ons land enkele dagen tegen herfstweer en Atlantische depressies. Weldra zullen deze depressies echter het roer overnemen en krijgen we te maken met echt herfstweer ! 

 

776 bezoekers online

Wie zijn wij ?

In het kielzog van MeteoBelgique zag MeteoBelgië een paar jaar later in 2006 het levenslicht. MeteoBelgië heeft kunnen profiteren van het groeiproces en de vermaardheid van zijn grote broer om aan de Nederlandstalige gemeenschap van ons land een betrouwbare website voor te stellen op het gebied van weersvoorspellingen, klimaatanalyses en realtime waarnemingen.

Volg ons

FacebookTwitter