Lente 2017
De lente van 2017 was in Ukkel abnormaal warm en zonnig, zeer abnormaal droog en had een abnormaal lage neerslagfrequentie.
1. De temperatuur
De afgelopen lente was in Ukkel abnormaal warm: de gemiddelde temperatuur bedroeg 11,3 °C (normaal: 10,1 °C).
Het was de vierde warmste lente sinds het begin van de waarnemingen in Brussel-Ukkel in 1833, de warmste lente beleefden we in 2007 met een gemiddelde temperatuur van 12,3 °C, de tweede en derde warmste lente dateren uit respectievelijk 2011 en 2014 met een gemiddelde temperatuur van 12,2 °C (2011) en 11,7 °C (2014). Het valt op dat deze warme lentes allemaal voorkwamen in de laatste 10 jaar.
Maart was dit jaar met een gemiddelde temperatuur van 9,6 °C nooit eerder zo warm sinds het begin van de waarnemingen in Brussel-Ukkel in 1833 (ref. periode 1981-2010: 6,8 °C), het vorig record dateert uit 1957 en 1991 met een gemiddelde van 9,5 °C. Het gemiddeld maximum was met 13,7 °C uitzonderlijk hoog maar bleef nog onder de recordwaarde uit 2014 toen het gemiddeld maximum 14,1 °C was (ref. periode 1981-2010 gem. max. : 10,4 °C). Ook de maand mei was erg warm met een gemiddelde temperatuur van 15,5 °C (ref. periode 1981-2010: 13,6 °C). Hiermee komt mei op een gedeelde zesde plaats met mei 1917 in de reeks van warme meimaanden sinds 1833.
April kende een lange relatief koele periode waardoor de gemiddelde temperatuur met 8,7 °C onder het langjarig gemiddelde lag (ref. periode 1981-2010: 9,8 °C). Doordat maart bovendien extreem zacht was, was april dit jaar kouder dan maart. Dat gebeurt af en toe, in het recente verleden was dat zo in 2012 (met een gemiddelde temperatuur van resp. 8,9 °C en 8,4 °C in maart en april), in 1997 (8,6 °C voor maart en 8,5 °C voor april) en 1991 (9,5 °C voor maart en 8,9 °C voor april).
De eerste 10 dagen van de lente verliepen vrij zacht waarbij we afwisselend in zachtere en iets frissere polaire lucht vertoefden, aan het einde van de eerste decade ving een stabielere en warmere periode aan, vooral de dagtemperaturen gingen gevoelig omhoog, op de 12e werd het aan de voorzijde van een storing ten westen van ons land zeer zacht met maxima tot 17 °C à 18 °C (Ukkel: 18 °C, Koersel: 18,3 °C, Angleur: 18,8 °C, Dourbes: 19,2 °C). Op de 16e werd aan de westelijke flank van een hogedrukgebied over Duitsland zeer zachte en droge lucht uit Zuid-Europa aangevoerd met opnieuw maxima tussen 17 °C en 19 °C (Ukkel: 18,2 °C, Koersel en Dourbes: 19,7 °C). De nachten vielen tussen 9 en 16 maart wel wat koeler uit, met lokaal lichte nachtvorst: op de 10e was het minimum in Deurne -1,2 °C, in Buzenol -0,8 °C, in Retie -0,3 °C, in Hoog-België was het nauwelijks kouder, ook de nachten nadien bleef er hier en daar lichte nachtvorst, in Elsenborn tot -4 °C op de 13e, zeker geen bijzonder lage minima dus voor deze tijd van het jaar.
Tussen de 17e en 20e zorgde een lagedrukzone ten noorden van onze streken nog steeds voor zachte maar vochtige luchtstromingen, overdag moesten de temperaturen omlaag maar het koelde weinig af 's nachts doordat er veel bewolking was, we bevonden ons in een brede warme sector, in de nacht van de 18e op 19e werd het op veel plaatsen in Laag- en Midden-België niet kouder dan 9 °C à 10 °C. Op de 21e kwamen we aan de achterzijde van een koufront in koelere lucht terecht.
Van 24 tot 26 maart hadden we te maken met oostelijke tot noordoostelijke luchtstromingen met aanvoer van droge landlucht tussen een complexe lagedrukzone over Zuid-Europa een een zich opbouwend hogedrukgebied met kern over de Noordzee. De maxima lagen meestal tussen 13 °C en 16 °C. Op de 27e en 28e bereikte ons nog iets warmere lucht waardoor de maxima opliepen tot 18 °C à 19 °C maar lokaal tot 20 °C of iets meer (op de 28e 21,7 °C in Angleur en 21,1 °C in Kleine Brogel en Koersel). In de loop van de 28e kon licht onstabiele lucht onze streken bereiken aan de westelijke flank van het hogedrukgebied, op de 29e was het bij de passage van een zwakke storing dan ook tijdelijk iets minder warm. Op de 30e en 31e werd tussen een langgerekte hogedrukzone van Noord-Afrika en de Baltische Staten en lage druk over de Oceaan echter opnieuw zeer zachte zuidelijke lucht aangevoerd met maxima die op vele plaatsen 20 °C overschreden (Ukkel op de 30e en 31e respectievelijk 21,8 °C en 20,2 °C), op de 31e werd het nog warm vooral in het oosten en in iets mindere mate in het centrum van het land (aan de voorzijde van een convergentielijn en koufront) met maxima tot 23,7 °C in Koersel en 23 °C in Kleine Brogel, in het westen werd geen 20 °C meer bereikt.
Vanaf begin april werd het koeler en lagen de temperaturen in de buurt van het langjarig gemiddelde, soms wat het iets koeler zoals op de 6e met maxima tot 10 °C à 11 °C in Laag- en Midden-België en rond 4 °C à 5 °C in Hoog-België. Op de 9e werd het tijdelijk zeer warm met maxima ruim boven 20 °C: in Ukkel haalde het maximum 22,8 °C, in Koersel 23,8 °C, in Dourbes en Hastière respectievelijk 24 °C en 24,3 °C en in Angleur 24,9 °C, ook aan de kust was het zeer zacht met 23,3 °C in Koksijde, zelfs in de hoogste delen van het land bereikten we 20 °C met 20,1 °C in Saint-Hubert en Mont Rigi. De dag was nochtans fris van start gegaan, in Elsenborn was het minimum en maximum respectievelijk -3,9 °C en 20,9 °C (hetzij een verschil van 24,8 °C), in Dourbes was dat 0,5 °C en 24 °C (hetzij een verschil van 23,5 °C), dergelijke temperatuuramplitude's zijn typisch voor het voorjaar (het kan 's nachts soms nog behoorlijk afkoelen terwijl het overdag door de werking van de zon al vrij warm kan worden).
Door de passage van een zwak koufront en noordwestelijke luchtstromingen was het de dag nadien (op de 10e) gevoelig frisser met maxima tot nog zo'n 13 °C à 14 °C (Ukkel: 13,4 °C, Koksijde: 11,6 °C, Mont Rigi: 9,8 °C). Het was het begin van een relatief koele periode die duurde tot en met 29 april. De temperaturen overdag kwamen na de 12e niet meer boven 15 °C in het centrum van het land, gedurende een aantal dagen bereikten de maxima slechts waarden rond 10 °: op de 18e en 19e werd met een noordelijke tot noordoostelijke luchstroming frisse lucht aangevoerd, in Ukkel was het maximum op deze dagen respectievelijk 9,9 °C en 9 °C, op de 19e werd het in Mont Rigi en Elsenborn niet warmer dan respectievelijk 3,4 °C en 3,7 °C. Ook 's nachts koelde het soms behoorlijk af: in de loop van de 19e verplaatste een kern van hoge druk zich vanuit het noorden naar onze streken, deze lag in de nacht van 19 op 20 april boven onze streken waardoor de wind wegviel en het flink kon afkoelen: het vroor praktisch overal in het land, lichte vorst in Laag- en Midden-België maar in Hoog-België kwam het tot matige vorst: in Ukkel was het minimum -1,3 °C, in Kleine Brogel en Genk -4 °C, in Koersel -4,1 °C maar in Elsenborn daalde de temperatuur tot -8,9 °C en in Bièvre tot -6,7 °C. Ook aan de kust vroor het met minima van -1,1 °C in Koksijde en -2,1 °C in Middelkerke. In de nacht van 20 op 21 april nam de bewolking toe op nadering van een zwak warmtefront waardoor de nachtelijke afkoeling getemperd werd, enkel in het zuidoosten van het land daalden de minima nog beneden 0 °C, zelfs nog tot -6 °C in Elsenborn en Bièvre. Nachtvorst is in de maand april zeker niet ongewoon, het is wel zo dat de nachtvorst zich voordeed na een zeer milde maand maart met weinig of geen nachtvorst (zie opmerkelijk hoog absoluut minimum te Ukkel onder punt 2). Dit heeft ervoor gezorgd dat er heel wat schade werd aangericht in de fruitteelt. Op de 21e en de 24e lagen de middagtemperaturen hoger (tussen 14 °C en 16 °C op de meeste plaatsen) omdat onze streken telkens (na de passage van een warmtefront) tijdelijk in warmere lucht terechtkwamen.
De andere dagen bleef het eerder fris, op de 25e en 26e was het maximum in Ukkel respectievelijk 9 °C en 10,1 °C.
De nachten bleven vrij fris in de laatste dagen van april met lokaal minima tot onder het vriespunt: in Elsenborn was het minimum -6,1 °C op de 24e, -6,8 °C op de 26e en -7 °C op de 28e, in Genk was dat -2 °C op de 24e en -2,3 °C op de 26e.
Op de laatste dag van april werd met een zuidoostelijke stroming gevoelig zachtere lucht aangevoerd met maxima op de meeste plaatsen tot 20 °C of iets meer.
29 mei 2017: zeer warme lucht boven ons land, de temperaturen op het 850 hPa-niveau bereikten
meer dan 15 °C in onze streken, wat resulteerde in maxima tot boven 30 °C
in thermometerhut (op 1,5 m hoogte)
Tijdens de eerste dagen van mei werd ons weer bepaald door koude bovenluchten, met relatief koel weer tot gevolg met maxima veelal tussen 12 °C en 14 °C in het binnenland, soms wat meer. Enkel op 6 mei was het tijdelijk warmer: uit oost tot zuidoost bereikte ons gevoelig zachtere lucht met temperaturen tot 20 °C of iets meer. 's Nachs koelde het soms nog behoorlijk af met lokaal zelfs lichte vorst: in de ochtend van de 2e daalde de temperatuur tot -1,6 °C in Bièvre, -1,5 °C in Buzenol en -1,1 °C in Essen, ook op de 9e en de 10e was het minimum lokaal negatief, in Elsenborn respectievelijk -2 °C en -4,5 °C.
Vanaf de 10e werd stilaan zachtere lucht aangevoerd, op de 11e haalden we 22 °C tot 24 °C, en ook de dagen nadien bleef het zacht met temperaturen meestal tot dicht bij of meer dan 20 °C, op 16 en 17 mei werd tussen een hogedrukgebied over Centraal- en Oost-Europa en een lagedrukgebied tussen Ijsland en Ierland zeer warme zuidelijke lucht aangevoerd. Op 16 mei haalden we voor het eerst dit jaar op vele plaatsen meer dan 25 °C : Ukkel: 26,1 °C, Kleine Brogel: 28,4 °C en Koersel: 29,2 °C; op de 17e werd aan de voorzijde van een storing die zich uitstrekte van Skandinavië over de Britse Eilanden tot het noordwesten van Spanje nog warmere lucht aangevoerd met op een aantal plaatsen al meer dan 30 °C: in Ukkel lukte dit net niet met 29,1 °C als maximum, maar in Kleine Brogel werd 30,8 °C gemeten en in Koersel 32,2 °C. Ook de nachten verliepen bijzonder warm: in de nacht van 15 op 16 mei daalde de temperatuur niet onder 17 °C in Semmerzake en 16,9 °C in Deurne, de daaropvolgende nacht lagen de minima op vele plaatsen tussen 15 °C en 17 °C.
Op de 18e, trok een koufront doorheen het land en stroomde gevoelig koelere lucht over ons land, de maxima lagen zo'n 10 °C lager dan de dag voordien, in Ukkel werd het op het warmste ogenblik van de dag 19,8 °C. Aan de kust in Middelkerke kwam de temperatuur niet hoger dan 15,7 °C, terwijl het er op de 17e 28 °C werd, een verschil van meer dan 12 °C dus !
De 19e was een vrij koele dag (Ukkel: 14,8 °C), maar vanaf de 20e gingen de temperaturen in stijgende lijn, het was het begin van een bijzonder warme laatste meidecade. De maximale temperaturen lagen in de laatste 11 dagen van mei steeds boven 20 °C in het binnenland: op de 22e haalden de maxima 25 °C à 26 °C op vele plaatsen, maar van 26 t/m 29 mei kregen we een voor de tijd van het jaar zeer warme vierdaagse: het maximum bedroeg in Ukkel respectievelijk 27,3 °C; 31,1 °C; 27,9 °C en 30,5 °C. Elders in het land werd het lokaal nog warmer: zo werd op de 27e 33,3 °C gemeten in Kleine Brogel, 33,2 °C in Koersel en 33 °C in Essen, op de 29e stegen de temperaturen tot 33,7 °C in Angleur (Luik), 33,3 °C in Koersel en 32,8 °C in Kleine Brogel. We merken eveneens de hoge maxima in Hoog-België op: zo bereikte het maximum in Saint-Hubert op de 27e, 28e en 29e respectievelijk 27 °C, 27,6 °C en 27 °C, ook nog vermeldenswaardig is het maximum van 28,4 °C gemeten op de 29e in Mont Rigi. Ook de nachten bleven warm, vooral tussen 28 en 30 mei. In de nacht van 28 op 29 mei daalde de temperatuur in Ukkel niet onder 19,2 °C, in Gosselies (Charleroi) en Bièrset (Luik) was het minimum 20,1 °C gedurende dezelfde nacht !
Met deze bijzonder warme dagen hoeft het dan ook niet te verwonderen dat de laatste decade van mei uitzonderlijk warm was: de gemiddelde temperatuur bedroeg te Ukkel over de laatste 11 dagen van mei maar liefst 19,3 °C (ref. periode 1981-2010: 14,6 °C), deze waarde werd slechts éénmaal overtroffen sinds 1901, namelijk in mei 1922: toen bedroeg het gemiddelde over dezelfde periode 20,1 °C.
Tabel 1 : gemiddelde temperatuur per decade te Ukkel (in °C) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 7,5 | 9,8 | 11,2 |
April | 10,3 | 7,8 | 8,3 |
Mei | 10,6 | 16,1 | 19,3 |
2 Aantal dagen met karakteristieke temperatuur
In Ukkel was er één vriesdag de voorbije lente (Min < 0 °C) (ref. periode 1981-2010: 7,5 dagen):
20 april. Op die dag vroor het praktisch overal in het land. Op een aantal plaatsen kwamen er meer vorstdagen voor, onder andere in het oostelijke binnenland en uiteraard ook in Hoog-België.
In de maand maart vroor het niet in Ukkel : opvallend is de bijzonder hoge absolute minimumtemperatuur in deze maand,de laagste temperatuur was +2 °C en werd gemeten op de 22e. Nooit eerder (sinds 1901) was het absoluut minimum in een maand maart hoger dan dit jaar. Het vorig record was +0,4 °C en werd waargenomen in 1912, 2003 en 2014.
Te Ukkel waren er 21 warme dagen (Max >= 20 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 14,2 dagen).
In Ukkel kwam de eerste warme dag voor op 30 maart, elders in het land was dit lokaal al 2 dagen eerder. Ook op 31 maart was het nog meer dan 20 °C in het centrum en oosten van het land, zodat er in Ukkel uiteindelijk 2 warme dagen waren in maart en op sommige andere plaatsen 3.
In april waren er 2 warme dagen te Ukkel: op de 9e en de 30e.
In de maand mei tenslotte werd het op 17 dagen meer dan 20 °C waarvan 11 opeenvolgende dagen in de laatste decade van de maand !
Te Ukkel waren er bovendien 7 zomerse dagen (Max >= 25 °C) (gemiddeld over de periode 1981-2010: 3,1 dagen), ze vielen allemaal in de tweede helft van mei: 16, 17 en 22 mei en van 26 t/m 29 mei.
In Ukkel waren er 2 hittedagen (Max >= 30 °C): 27 en 29 mei. Dit is opvallend voor de maand mei, hoewel er toch 3 meimaanden geweest zijn (sinds 1901) met 3 hittedagen: 1922, 1944 en 1998. In 1922 en 1944 vielen deze hittedagen allemaal in de laatste decade van de maand, met op 24 mei 1922 een opvallend hoog maximum in Ukkel van 32,7 °C.
In 1998 echter werd het gedurende 3 opeenvolgende dagen tropisch warm op 11, 12 en 13 mei met maxima van respectievelijk 30 °C, 31 °C en 30,1 °C, bijzonder merkwaardig zo vroeg in het seizoen !
Het absoluut maximum dit jaar bedroeg 31,1 °C op 27 mei.
Tabel 3 : aantal vriesdagen, laagste minimum, datum laagste minimum
Plaats | Aantal Vriesdagen |
Absoluut
minimum
|
Datum abs min |
Koksijde | 1 | -1,1 °C | 20/4/2017 |
Beitem | 2 | -2,4 °C | 20/4/2017 |
Lichtervelde | 2 | -1,8 °C | 20/4/2017 |
Ukkel | 1 | -1,3 °C | 20/4/2017 |
Ransberg | 7 | -3,0 °C | 20/4/2017 |
Voor Koksijde werd het aantal vriesdagen bepaald op basis van de minima gemeten in de periode 18 uur UTC - 6 uur UTC, voor de andere plaatsen op basis van de minima gemeten in de periode 8 uur LT - 8 uur LT
3 De neerslag
In Ukkel bedroeg het neerslagtotaal van de afgelopen lente 108 mm (ref. periode 1981-2010: 187,8 mm). Het tekort is zeer abnormaal. De 3 afzonderlijke lentemaanden verliepen droger dan gemiddeld, het tekort was het meest uitgesproken in april, in die maand viel slechts 15,2 mm neerslag en april was daarmee zeer abnormaal droog (ref. periode 1981-2010: 51,3 mm). Maart en mei waren droog maar het tekort was in beide gevallen normaal: in maart en mei viel respectievelijk 47,7 mm en 45,1 mm (ref. periode 1981-2010: respectievelijk 70 mm en 66,5 mm).
Om een drogere lente terug te vinden, moeten we slechts teruggaan naar 2014: toen viel over de 3 voorjaarsmaanden in totaal 92,2 mm.
Deze lente werden relatief kortdurende perioden met neerslag afgewisseld door langdurige droge perioden.
Lagedrukgebieden in onze streken zorgden voor een wisselvallige start van de maand maart, van 1 t/m 8 maart viel 31,9 mm neerslag in Ukkel, reeds een belangrijk deel van de maandsom, en meteen de natste decade van deze lente (zie tabel 4). In de loop van de 4e passeerde een koufront waarbij de meeste neerslag in de oostelijke landshelft viel: 14,2 mm in Angleur, 9 mm in Bièrset, 10,1 mm in Koersel. Tussen de 5e en 8e bleef het wisselvallig met regelmatig regen en buien, op de 5e viel tot 24,3 mm in Bièvre. Op de 8e zorgde een regenzone voor nogal wat neerslag : in Ukkel werd 12,3 mm gemeten, in Mont Rigi 36,5 mm, in Bièvre 22,8 mm en in Koersel 17,1 mm; toch waren er die dag ook plaatsen waar het droger bleef zoals in Kleine Brogel met amper 3,1 mm en Koksijde met 2,3 mm.
Vanaf de 9e volgde een periode met hogedrukinvloeden en bleef het zo goed als droog, tussen 17 en 20 maart kregen we dan weer een kort intermezzo met neerslag, vooral op 17 en 18 maart toen verschillende Atlantische storingen het weer bepaalden, op de 18e werd zelfs 43 mm gemeten in Mont Rigi. Aangezien op de 17e in Mont Rigi ook al 18,1 mm werd gemeten, was het totaal over 48 uur daar ruim 61 mm.
Vervolgens was het wachten tot eind maart / begin april vooraleer we terug wat regen kregen. Veel stelde dit niet voor en ook in de maand april, een maand waarin het weer in hoofdzaak werd bepaald door hogedrukgebieden, viel weinig neerslag (zie ook tabel 4), de meeste neerslag was geconcentreerd in de periode 15-18 april en op 24 en 25 april.
Tenslotte was ook de maand mei vrij droog, wel doken de eerste onweders op : tussen 11 en 13 mei bevonden wij ons in warme maar ook onstabiele lucht waarin in de loop van de dag buien tot ontwikkeling kwamen, ook met onweer en hagel. Uiteraard viel er op vele plaatsen ook weinig of geen neerslag: in het Brusselse bijvoorbeeld viel op de 11e op sommige plaatsen slechts een weinig neerslag, in Ukkel was het dagtotaal 7,9 mm en in Melsbroek 16 mm.
Ook in de zeer warme periode aan het einde van de maand waren er onweersbuien: op de 27e werd in Dourbes 24,6 mm gemeten, op de 28e 25,7 mm in Mont Rigi en 19 mm in Elsenborn. Ook nu weer gingen de onweders lokaal opnieuw gepaard met hagel, zoals onder andere op de 28e in Vielsalm.
9 april 2017: nevel en mist in de vallei van de meren van l'Eau d'Heure
Foto: webcam Météo Belgique Cerfontaine - Roger David
Tabel 4 : neerslaghoeveelheid per decade te Ukkel (in l/m²) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 31,9 | 13,2 | 2,6 |
April | 1 | 9,3 | 4,9 |
Mei | 14,5 | 18,8 | 11,8 |
8 maart 2017: Sneeuw in de Hoge Venen in de buurt van Botrange
Foto: Alexis Papapanayotou
Het aantal neerslagdagen bedroeg te Ukkel 38 (gemiddeld: 49 d) en was hiermee abnormaal laag: in maart was het aantal dagen met meetbare neerslag met 10 zeer abnormaal laag (ref. periode 1981-2010: 17,8 d), in april en mei was de neerslagfrequentie normaal met telkens 14 neerslagdagen (ref. periode 1981-2010: respectievelijk 15 d en 16,2 d).
De langste periode zonder neerslag deed zich in Ukkel voor van 19 t/m 30 maart (12 opeenvolgende dagen). Van 2 t/m 10 april was er nog een periode van 10 opeenvolgende dagen zonder neerslag.
De neerslag was te Ukkel gedeeltelijk vergezeld van sneeuw op 1 dag (ref. periode 1981-2010: 4,4 sneeuwdagen): op 18 april.
In Mont Rigi (Waimes) werd sneeuw op de bodem waargenomen in de eerste decade van maart op de 1e en tussen de 6e en de 8e: de sneeuwdikte bereikte 5 cm op 1 maart, die sneeuw verdween in de loop van de namiddag en de daaropvolgende nacht. Na enkele zachtere dagen kwamen we op de 5e terecht in maritiem-polaire lucht met vrij koude bovenluchten wat aanleiding gaf tot winterse buien en sneeuwbuien in Hoog-België: tot 4 cm op 6 maart en 2 cm op 7 en 8 maart in Mont Rigi.
In de maand april bestond de neerslag nog geheel of gedeeltelijk uit sneeuw op 5 dagen: 17, 18, 25, 26 en 27 april, er ontstond evenwel geen sneeuwdek.
Tabel 6: neerslaghoeveelheden gedurende de lente 2017 (in l/m²)
Maart | April | Mei | Lente | |
Assebroek | 41,9 | 23,5 | 52,5 | 117,9 |
Lichtervelde | 44,5 | 16,3 | 64,6 | 125,4 |
Ukkel | 47,7 | 15,2 | 45,1 | 108 |
Buizingen | 50,9 | 14,1 | 28,9 | 93,9 |
Ransberg | 38,5 | 17,6 | 31,3 | 87,4 |
4 Zonneschijnduur
De lente was aan de zonnige kant met een totale zonneschijnduur te Ukkel van 534,9 uur (ref. periode 1981-2010: 464 uur).
Maart was abnormaal zonnig met 155,9 uur zon (ref. periode 1981-2010: 114 uur), de maand begon eerder somber maar het zonnig karakter kan toegeschreven worden aan de uitzonderlijk hoge zonneschijnduur van de laatste decade, het totaal bereikte 90 uur zon in Ukkel over de laatste 11 dagen (ref. periode 1981-2010: 43,1 uur), deze waarde lag slechts 3 keer hoger sinds 1951, de recordwaarde dateert uit 2012 met 97,1 uur, gevolgd door 2011 met 94,7 uur en 2003 met 91,1 uur.
Van 25 t/m 28 maart kregen we uitgesproken zonnige dagen, het totaal over deze 4 dagen bereikte 45,4 uur.
Ook in april en mei scheen de zon meer dan gemiddeld maar het teveel was telkens normaal: het totaal in beide maanden was respectievelijk 173,5 uur en 205,5 uur (ref. periode 1981-2010: 159 uur en 191 uur). In april was de zonneschijn vrij gelijkmatig verdeeld over de maand; in mei verliepen de eerste 20 dagen ietwat somber, opvallend was hier het totaal van de laatste decade (cfr tabel 7): de zonneschijnduur bereikte in de laatste 11 dagen van mei 111,2 uur (ref. periode 1981-2010: 72,9 uur), deze waarde is de vijfde hoogste gemeten in een laatste meidecade (sinds 1951) : nog zonniger was deze periode in 1977 (130,6 uur), in 1989 (125,9 uur), in 1990 (122,8 uur) en in 2001 (111,7 uur).
De zonnigste dagen kregen we op 21 en 22 mei en van 25 t/m 27 mei.
Tabel 7 : zonneschijnduur per decade te Ukkel (in uren) - bron: K.M.I.
Ukkel | Eerste Decade | Tweede Decade | Derde Decade |
Maart | 18,8 | 47,1 | 90 |
April | 63,6 | 54,8 | 54,8 |
Mei | 43,2 | 51,4 | 111,2 |
25 mei 2017: hogedrukgebied met kern over het zuiden van de Noordzee zorgt voor een zonovergoten dag, hier langs de
Ijzer tussen Nieuwpoort en Diksmuide
Foto: Koen Vandenbussche
{jumi [staticfiles/climatology/comp_season_nl.php][2017][PRI][75][125]}
Maart 2017 :
Zie ook : Waarnemingen maart 2017
April 2017 :
Zie ook : Waarnemingen april 2017
Mei 2017 :
Zie ook : Waarnemingen mei 2017